ECLI:NL:RBDHA:2022:11231

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.1050, NL22.1052, NL22.1054 en NL22.1056
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in de zaken NL22.1050, NL22.1052, NL22.1054 en NL22.1056. Verzoekers, bestaande uit meerdere personen, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvragen zijn door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublin-regelgeving verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 22 februari 2022, waarbij de verzoekers werden bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op andere aanverwante zaken, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan op de beroepen. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.1050, NL22.1052, NL22.1054 en NL22.1056

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekster 1] , [verzoekster 2] , [verzoekster 3] en [verzoekster 4]verzoekers
V-nummers: [V-nummer 1] , [V-nummer 2] , [V-nummer 3] en [V-nummer 4]
Mede namens de minderjarige dochter/zus:
[verzoekster 5],
V-nummer: [V-nummer 5]
(gemachtigde: mr. N.M. Weteling), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluiten van 20 januari 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NL22.1049, NL22.1051, NL22.1053 en NL22.1055, op 22 februari 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen S.B. Aniania.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, met de zaaknummers NL22.1049, NL22.1051, NL22.1053 en NL22.1055, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
09 maart 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.