ECLI:NL:RBDHA:2022:11229

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.2138 en NL22.2140
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielverzoek op grond van Dublinverordening

In de zaak met de zaaknummers NL22.2138 en NL22.2140 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2022 uitspraak gedaan. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. D. Aygur, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door J. Visschers, heeft de aanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen, met als argument dat Cyprus verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op 22 februari 2022 de verzoeken behandeld, maar heeft in de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op de zaken NLNL22.2137 en NL22.2139, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Dit komt doordat de rechtbank al uitspraak heeft gedaan op de beroepen van verzoekers. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.2138 en NL22.2140
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker 1] en [verzoeker 2], verzoekers
V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. D. Aygur), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluiten van 3 februari 2022 en (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Cyprus verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NLNL22.2137 en NL22.2139, op 22 februari 2022 op zitting behandeld. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NLNL22.2137 en NL22.2139, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
08 maart 2022
en is openbaar gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. P.J.M. Mol M.A.W.M. Engels
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.