ECLI:NL:RBDHA:2022:1120

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
16 februari 2022
Zaaknummer
NL21.18463
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Syrische nationaliteit hebbende man, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij meende dat zijn asielaanvraag ten onrechte was afgewezen.

De zitting vond plaats op 13 januari 2022, waarbij de verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.N. Ali, die via een beeldverbinding deelnam. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J.M.M. van Gils. Tijdens de zitting was ook een tolk, H. Al Sudani, aanwezig om de communicatie te faciliteren.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL21.18462) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.18463
Uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [naam], verzoeker
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. S.N. Ali), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.M.M. van Gils).

Procesverloop

Bij besluit van 24 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.18462, op 13 januari 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde die aan de zitting heeft deelgenomen via een beeldverbinding. Als tolk is verschenen H. Al Sudani. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Syrische nationaliteit te hebben.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.18462, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR19201657

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.