ECLI:NL:RBDHA:2022:1117
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. Benschop, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar op de zitting van 9 februari 2022 zijn beide partijen niet verschenen, ondanks een bericht van verhindering.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde na de behandeling van een andere zaak, NL22.704, waarin op dezelfde dag uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter.