ECLI:NL:RBDHA:2022:11126

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 oktober 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.4256
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaald griffierecht en gebrek aan onderbouwing betalingsonmacht

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 25 februari 2022. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 21 oktober 2022 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had het griffierecht van €184,- niet betaald en heeft geen gegevens aangeleverd ter onderbouwing van zijn beroep op betalingsonmacht.

De griffier heeft eiser in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de benodigde gegevens aan te leveren, maar eiser heeft niet gereageerd. Ook na een tweede herinnering heeft eiser geen actie ondernomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is ontvangen en dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gegeven.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.4256

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A.W.J. van der Meer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het aan hem opgelegde aanvullende terugkeerbesluit van verweerder van 25 februari 2022 (het bestreden besluit).
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb wordt van de indiener van een beroepschrift griffierecht geheven. Voor eiser is het griffierecht vastgesteld op €184,-.
2. Eiser heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht. Eiser heeft hierbij geen gegevens aangeleverd ter onderbouwing van het beroep op betalingsonmacht.
3. De griffier heeft bij brief van 19 april 2022 eiser in de gelegenheid gesteld binnen twee weken gegevens aan te leveren ter onderbouwing van het beroep op betalingsonmacht.
4. Eiser heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd op de brief van 19 april 2022. Bij brief van 31 mei 2022 is eiser in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van twee weken alsnog te reageren.
5. De rechtbank stelt vast dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, dan wel dat de gegevens ter onderbouwing van het beroep op betalingsonmacht niet binnen de gestelde termijn zijn aangeleverd.
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
7. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.