Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats01] ,
verzoekende partij,
1.Procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie ingekomen op 29 juni 2022;
- de brief van 13 juli 2022 afkomstig van de gemachtigde van [verzoeker01] .
- de akte uitlaten, ter griffie ingekomen op 11 augustus 2022;
2.Rechtsoverwegingen
behandeling van bijgevoegd verzoekschrift alleen voorkomen kan worden door een VSO toe te sturen”. Op 11 juli 2022 is alsnog een vaststellingovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen. Op 12 juli 2022 wordt door de rechtbank een oproepbrief naar partijen gezonden met een datumbepaling van de mondelinge behandeling (4 oktober 2022 vanaf 11:15 uur). Op 13 juli 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker01] de rechtbank bericht dat partijen alsnog een regeling hebben getroffen en de mondelinge behandeling daarmee kan komen te vervallen en dat hij aanspraak maakt op de proceskosten van € 885,55 (inclusief btw). Op 11 augustus 2022 heeft NN gereageerd op het (gehandhaafde) verzoek van mr. Witlox NN te veroordelen in de proceskosten van dit geding. In die akte heeft NN geconcludeerd tot afwijzing van de verzochte proceskostenveroordeling.
€ 855,55 (inclusief btw) bestaande uit de volgende bedragen. Een bedrag van € 600,00 waarbij is uitgegaan van 2 uur tegen een uurtarief van € 300,00 nog te vermeerderen met 21% btw en 6% kantoorkosten. Dit bedrag dient nog vermeerderd te worden met het betaalde griffierecht van € 86,00. NN heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek en heeft verweer gevoerd tegen begroting van de kosten alsmede tegen de aard en omvang van de kosten.