Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, die in afwachting was van de beslissing op zijn asielaanvraag. De eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 12 oktober 2022 was genomen, waarin de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een zitting waarbij de eiser via videoverbinding aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde en met de aanwezigheid van een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan, waarbij het beroep van de eiser ongegrond werd verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank overwoog dat de termijnen van de Vreemdelingenwet in acht zijn genomen en dat de bewaring noodzakelijk was om gegevens te verkrijgen die essentieel zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een minder ingrijpende maatregel rechtvaardigden, en dat de maatregel van bewaring rechtmatig was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking van het proces-verbaal.