Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
pushbacksplaatsvinden. Dit moet gezien worden als een fundamentele systeemfout in de asielprocedure. Daarom mag ten aanzien van Roemenië niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel worden uitgegaan. Volgens eiser is het interstatelijk vertrouwensbeginsel namelijk niet deelbaar. Hij verwijst naar de prejudiciële vragen die door deze rechtbank, zittingsplaats ’s Hertogenbosch, zijn gesteld. [1]
pushbackseen ernstige schending betekenen van het in de Europese asielrichtlijnen gegarandeerde recht om internationale bescherming te vragen. Maar niet gebleken is dat
pushbacksin Roemenië plaatsvinden op andere plaatsen dan aan de buitengrenzen. Dat betekent dat niet aannemelijk is gemaakt dat eiser, als Dublinclaimant, wordt geraakt door de praktijk van
pushbacks. Anders dan eiser heeft gesteld, is dat wel degelijk van belang voor de beoordeling in deze zaak. Ook de hoogste bestuursrechter in vreemdelingenzaken heeft onlangs nog geoordeeld [2] dat ten aanzien van Roemenië nog steeds van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Deze uitspraak is gedaan nadat de prejudiciële vragen zijn gesteld; deze vragen hebben dus niet geleid tot een andere beoordeling. De stelling dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel ondeelbaar is, wat daar ook van zij, kan dus ook niet leiden tot het oordeel dat in dit geval niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan.