Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag van eiser niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 7 oktober 2022 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank overweegt dat niet in geschil is dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming van eiser. Verweerder heeft geen aanleiding gezien om deze verantwoordelijkheid aan zich te trekken, ondanks de stelling van eiser dat zijn vriendin in Nederland verblijft.
De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft overwogen dat niet is gebleken dat de vriendin van eiser een gezinslid is in de zin van de Dublinverordening. De gestelde duurzame relatie is niet met documenten onderbouwd en eiser heeft bovendien verklaard dat hij een relatie heeft met een andere vrouw in Duitsland. De rechtbank heeft ook overwogen dat de dochter van eiser niet onder de Dublinverordening valt, aangezien zij in Nigeria verblijft en er geen asielprocedure voor haar loopt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.