ECLI:NL:RBDHA:2022:11062
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardig relaas afhankelijk van partner
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Colombiaanse vrouw, had op 4 november 2021 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die het relaas van eiseres als ongeloofwaardig beschouwde. Eiseres stelde dat haar partner door de FARC werd bedreigd, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris deze bedreigingen niet ten onrechte ongeloofwaardig had geacht. De rechtbank vond dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd om haar claims te onderbouwen, en dat haar relaas afhankelijk was van de situatie van haar partner, die ook in een vergelijkbare procedure betrokken was. Tijdens de zitting op 28 september 2022 was eiseres aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, en werd er ook een tolk ingeschakeld. De rechtbank concludeerde dat de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig waren, maar dat de problemen met de FARC niet konden worden bevestigd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.