ECLI:NL:RBDHA:2022:11008

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.4479
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2022 een mondelinge uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.C.Ch. Kneuvels, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd werd afgewezen als kennelijk ongegrond. De zitting vond plaats op 12 oktober 2022, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde na de behandeling van de zaak, waarbij de rechtbank in een andere zaak (NL22.4478) het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk had verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien deze uitspraak, er geen aanleiding was om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag door mr. W. Anker, in aanwezigheid van griffier mr. A.S. Hamans.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.4479
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigden: S. Jairam en mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 14 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak met nummer NL22.4478, op 12 oktober 2022 op een zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. Verzoekers gemachtigde is met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R.P.G. van Bel. Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij mondelinge uitspraak van vandaag in de zaak met nummer NL22.4478 heeft de rechtbank het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft niet-ontvankelijk verklaard. Om die reden wordt het verzoek afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022 door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier. Dit proces-verbaal is verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.