Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.J. Portegies, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 11 februari 2022 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor een overdracht van de eiser naar Italië, zoals bedoeld in de Dublinverordening, en dat er een significant risico is dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De eiser had verzocht om een lichter middel dan de maatregel van bewaring, omdat hij in Nederland asiel wilde aanvragen en deze procedure in vrijheid wilde afwachten. De rechtbank oordeelde echter dat de gronden voor de maatregel van bewaring deugdelijk waren gemotiveerd en dat er geen aanleiding was om een ander standpunt in te nemen. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mulder, en werd op dezelfde dag bekendgemaakt.