Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een asielzoeker, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, omdat zijn asielaanvraag niet in behandeling was genomen. Dit besluit was genomen op grond van de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. De voorzieningenrechter heeft de urgentie van de zaak erkend, aangezien de behandeling van het beroep pas op 4 november 2022 zou plaatsvinden, wat dicht bij de uiterste overdrachtstermijn lag. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de verzoeker om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn beroep zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris om verzoeker eerder over te dragen aan Italië. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst, zodat verzoeker de behandeling van zijn beroep in Nederland kan afwachten. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 759.