ECLI:NL:RBDHA:2022:10832

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
C/09/629098 / HA ZA 22-400
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid en forumkeuze in handelsrelaties

Op 19 oktober 2022 heeft de Rechtbank Den Haag in een incident uitspraak gedaan over de internationale bevoegdheid in een geschil tussen Toko International B.V. en een Duitse gedaagde. De zaak betreft de vraag of er sprake is van lopende handelsbetrekkingen tussen partijen, waarin de algemene voorwaarden met een forumkeuze van toepassing zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds 2017 een handelsrelatie bestaat tussen Toko International en de gedaagde, waarbij de gedaagde bestellingen heeft geplaatst via verschillende kanalen, waaronder de website van Toko International. De algemene voorwaarden, waarin een forumkeuzebeding is opgenomen, zijn aan de gedaagde meegedeeld, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde op de hoogte had kunnen zijn van deze voorwaarden.

De rechtbank heeft de internationale bevoegdheid beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening. De hoofdregel is dat de rechter van de lidstaat waar de gedaagde woonplaats heeft bevoegd is, maar er zijn ook alternatieve bevoegdheidsgronden, waaronder een forumkeuze. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Toko International van toepassing is op de overeenkomst tussen partijen. Dit betekent dat de rechtbank bevoegd is om de hoofdzaak te behandelen.

De vordering in het incident is afgewezen, en de rechtbank heeft de beslissing over de proceskosten aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. De zaak zal worden aangehouden tot een fictieve roldatum in de toekomst, met de verwachting dat de mondelinge behandeling pas in de loop van 2023 kan plaatsvinden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/629098 / HA ZA 22-400
Vonnis in incident van 19 oktober 2022
in de zaak van
TOKO INTERNATIONAL B.V., te Zoetermeer,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in voorwaardelijke reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. H.A.P. Pijnacker te Tilburg,
tegen
[gedaagde], te [plaats] , Duitsland,
handelend onder de naam
[gedaagde],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in voorwaardelijke reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. A. Afzali te Enschede.
Partijen zullen hierna Toko International en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis in het incident van 21 september 2022;
  • de akte uitlating producties van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
De rechtbank dient haar internationale bevoegdheid te beoordelen aan de hand van de Brussel I bis-Vo [1] nu sprake is van een rechtsverhouding met internationale aspecten, de hoofdvordering is ingesteld na 10 januari 2015 en de zaak valt binnen het materieel toepassingsgebied van deze verordening. Ingevolge de in artikel 4 Brussel I bis-Vo neergelegde hoofdregel is de rechter van de lidstaat waar de gedaagde woonplaats heeft, in dit geval Duitsland, bevoegd. Daarnaast biedt de Brussel I bis-Vo een aantal alternatieve bevoegdheidsgronden, waaronder een forumkeuze (artikel 25 Brussel I bis-Vo). In dit incident dient te worden beoordeeld of het forumkeuzebeding in artikel 15 van de algemene voorwaarden van Toko International van toepassing is op de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarvan Toko International nakoming vordert in de hoofdzaak.
2.2.
De rechtbank stelt voorop dat zij bij beantwoording van de bevoegdheidsvraag op basis van de Brussel I bis-Vo alle haar ter beschikking staande relevante gegevens in ogenschouw dient te nemen, waaronder, in voorkomend geval, de betwistingen van gedaagde. Voor de toetsing in het kader van de bevoegdheid hoeft de rechtbank echter geen uitgebreide bewijsprocedure te voeren met betrekking tot betwiste feiten die zowel voor de bevoegdheidsvraag als in de hoofdzaak relevant zijn. [2]
2.3.
Artikel 25 Brussel I bis-Vo kent een aantal vormvereisten voor een forumkeuze. Een forumkeuze is mogelijk door middel van een schriftelijke overeenkomst of een schriftelijke bevestiging van een mondelinge overeenkomst. [3] Daarnaast is een forumkeuze mogelijk indien deze is geschied in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden, [4] alsmede, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een in die handel algemeen bekende gewoonte waarvan partijen op de hoogte (hadden behoren te) zijn en die in de betrokken branche doorgaans in acht wordt genomen. [5] Artikel 25 Brussel I bis-Vo moet verdragsautonoom worden uitgelegd. Dit betekent dat voorbij wordt gegaan aan de stellingen van partijen over de vraag of de algemene voorwaarden van Toko International zijn overeengekomen in overeenstemming met de vereisten van het Weens Koopverdrag. [6]
2.4.
De rechtbank moet nagaan of het ingeroepen forumkeuzebeding daadwerkelijk voorwerp is geweest van wilsovereenstemming tussen partijen, die duidelijk en nauwkeurig tot uiting moet komen. [7] De vormvereisten strekken ertoe te waarborgen dat die wilsovereenstemming inderdaad vaststaat; het bestaan van een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht kan worden afgeleid uit de omstandigheid dat aan die vormvereisten is voldaan.
Artikel 25 lid 1 sub a Brussel I bis-Vo
2.5.
Een in algemene voorwaarden vastgelegd forumkeuzebeding is geldig indien in de tekst zelf van de door beide partijen ondertekende overeenkomst uitdrukkelijk wordt verwezen naar de algemene voorwaarden die dit beding bevatten. Dit geldt echter alleen bij een uitdrukkelijke verwijzing die door een partij bij betrachting van een normale zorgvuldigheid kan worden nagegaan en indien vast staat dat de algemene voorwaarden, met daarin het forumkeuzebeding, daadwerkelijk aan de andere contractspartij zijn meegedeeld. [8] In het geval sprake is van een mondelinge overeenkomst, die schriftelijk is bevestigd, is aan het vormvoorschrift slechts voldaan als de schriftelijke bevestiging van de ene partij onder toevoeging van de algemene voorwaarden met daarin het forumkeuzebeding door de andere partij schriftelijk is aanvaard. Het forumkeuzebeding geldt niet als aanvaard indien de andere partij geen bezwaar maakt tegen de eenzijdige bevestiging van de wederpartij, tenzij deze overeenkomst deel uitmaakt van lopende handelsbetrekkingen tussen partijen, welke zijn gegrond op de algemene voorwaarden van een van hen. [9]
Artikel 25 lid 1 sub b Brussel I bis-Vo
2.6.
Het vormvoorschrift van artikel 25 lid 1 sub b Brussel I bis-Vo houdt een versoepeling in ten opzichte van het vormvoorschrift van artikel 25 lid 1 sub a Brussel I bis-Vo. Onder ‘een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden’ is te begrijpen het geval dat, indien partijen regelmatig zaken met elkaar doen (waardoor sprake is van een lopende handelsbetrekking) en zij hun relatie steeds hebben geregeld op grond van algemene voorwaarden van de ene partij waarin een forumkeuzebeding is opgenomen, welke voorwaarden deze aan de andere partij heeft medegedeeld, deze laatste partij daardoor is gebonden, ook al heeft zij op die mededeling niet uitdrukkelijk gereageerd. Daarmee strookt dat het stilzwijgen van die partij haar slechts als instemming met de forumkeuze kan worden toegerekend, wanneer haar de door de andere partij gehanteerde algemene voorwaarden, waarin het forumkeuzebeding is opgenomen, zijn medegedeeld, en wel op een zodanige wijze dat zij het forumkeuzebeding kende of heeft kunnen kennen. De vraag of aan deze eis is voldaan, kan slechts worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
2.7.
Bij de beoordeling van het incident gaat de rechtbank uit van de volgende tussen partijen thans vaststaande feiten en omstandigheden:
Tussen partijen bestaat sinds 2017 een handelsrelatie. Toko International heeft de eerste bestelling van [gedaagde] bij e-mail van 29 september 2017 bevestigd.
Bij Toko International kan worden besteld via de website, telefonisch of per e-mail.
Via de website kan uitsluitend worden besteld nadat de besteller heeft aangevinkt
“Ik heb de algemene voorwaarden van de site gelezen en ga hiermee akkoord”. De algemene voorwaarden kunnen via de website worden gedownload in onder meer de Duitse taal.
De algemene voorwaarden zijn ook opgenomen in de via de website te downloaden catalogus van Toko International. Deze catalogus wordt sinds 2020 niet meer per post verstuurd.
[gedaagde] heeft (onder meer) telefonisch of per e-mail bestellingen geplaatst, waaronder de levering waarvoor Toko International thans betaling van de koopprijs vordert.
De algemene voorwaarden vermelden onder meer: “
Diese Allgemeine Geschäftsbedingungen finden Anwendung auf jeden Vertrag zwischen Toko International BV und dem Abnehmer, in Bezug auf welche Verträge Toko International BV diese Allgemeinen Bedingungen für anwendbar erklärt hat.”
Artikel 15 van de algemene voorwaarden bevat een forumkeuzebeding voor deze rechtbank.
2.8.
De rechtbank stelt vast dat [gedaagde] uitsluitend door lezing van de algemene voorwaarden kennis heeft kunnen nemen van het forumkeuzebeding. Niet gesteld of gebleken is immers dat [gedaagde] op een andere wijze op het forumkeuzebeding is gewezen. Toko International stelt op dit punt dat [gedaagde] kennis heeft kunnen nemen van het forumkeuzebeding, omdat hij zijn eerste bestelling via de website heeft gedaan en Toko International destijds haar catalogus aan [gedaagde] heeft toegestuurd. [gedaagde] heeft deze stellingen betwist.
2.9.
De hiervoor bedoelde e-mail van Toko International van 29 september 2017, waarvan niet in geschil is dat [gedaagde] die naar aanleiding van zijn eerste bestelling heeft ontvangen, bevat een overzicht van de bestelde producten en de daarvoor geldende prijzen. In de tekst van de e-mail is niet vermeld dat de bestelling via de website heeft plaatsgevonden. Wel valt dat op te maken uit het onderwerp van de e-mail. Daarin is immers vermeld: “Toko Webshop Bestellung”. [gedaagde] heeft dat niet bestreden. Gelet hierop moet ervan worden uitgegaan dat Wiitmann bij zijn eerste bestelling kennis heeft kunnen nemen van het forumkeuzebeding. Bovendien is in de algemene voorwaarden onder meer vermeld dat deze van toepassing zijn op elke overeenkomst (“jeden Vertrag”) die tot stand komt tussen Toko International en haar contractspartij, zodat [gedaagde] heeft behoren te begrijpen, dat het forumkeuzebeding op elke volgende bestelling, ook telefonisch of per e-mail, van toepassing zou zijn. Uit het voorgaande volgt dat de levering in 2021 waarvoor Toko International betaling vordert, heeft plaatsgevonden onder de lopende handelsbetrekkingen tussen partijen, waarbij de algemene voorwaarden van Toko International, met daarin het forumkeuzebeding, van toepassing waren.
2.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de rechtbank in de hoofdzaak in conventie internationale bevoegdheid kan ontlenen aan de forumkeuze. De vordering in het incident zal dus worden afgewezen.
2.11.
De rechtbank houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak.
In de hoofdzaak
2.12.
[gedaagde] heeft in de hoofdzaak al geconcludeerd voor antwoord en een conclusie van eis in reconventie ingediend, onder de voorwaarde dat de rechtbank in conventie bevoegd is. Aan die voorwaarde is voldaan.
2.13.
De rechtbank zal bepalen dat een mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Vanwege de door de Corona-maatregelen opgelopen achterstanden kan het enige tijd duren voordat een mondelinge behandeling wordt gepland. Om te voorkomen dat de zaak meerdere keren wordt aangehouden, heeft de rechtbank haar werkwijze aangepast.
2.14.
De zaak zal worden aangehouden tot een fictieve roldatum in de toekomst (31 december 2099). Dit is vanzelfsprekend geen werkelijke datum, maar een interne administratieve datum, waarmee de computer uit de voeten kan. Hiermee wil de rechtbank voorkomen dat partijen iedere keer opnieuw bericht krijgen dat hun zaak wordt aangehouden.
2.15.
Zodra er zittingsdata beschikbaar zijn worden via het roljournaal verhinderdata opgevraagd. Daarbij komen de oudste zaken het eerst aan de beurt. De rechtbank verwacht deze zaak pas in de loop van 2023 in te plannen. Het is op dit moment helaas niet mogelijk om dat preciezer aan te geven.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rol van 31 december 2099 voor beraad mondelinge behandeling
;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op19 oktober 2022. [10]

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europese Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU 2012, L 351/1)
2.Vgl. HvJ EU 28 januari 2015, C-375/13, ECLI:EU:C:2015:37, (Kolassa/Barclays Bank) en HvJ EU 16 juni 2016, C-12/15, ECLI:EU:C:2016:449, (Universal /Schilling)
3.Artikel 25 lid 1 sub a Brussel I bis-Vo.
4.Artikel 25 lid 1 sub b Brussel I bis-Vo.
5.Artikel 25 lid 1 sub c Brussel I bis-Vo.
6.Verdrag inzake internationale koopovereenkomsten van roerende zaken.
7.Vgl. HvJ EU 14 december 1976, nr. 24/76, ECLI:EU:C:1976:177, Colzani/Rüwa, HvJ EU 14 december 1976, nr. 25/76, ECLI:EU:C:1976:178, (Segoura/Bonakdarian) en HvJ EU 20 februari 1997, nr. C-106/95, NJ 1998, 565, (MSG/Les Gravières Rhénanes).
8.HvJ EU 7 juli 2016, ECLI:EU:C:2016:525, (Höszig/ Alstom).
9.HvJ EU 14 december 1976, nr. 25/76, ECLI:EU:C:1976:178, (Segoura/Bonakdarian).
10.type: 1554