ECLI:NL:RBDHA:2022:10815

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.7286
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op asielaanvraag

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, ingediend op 17 juni 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, heeft op 1 augustus 2022 een verweerschrift ingediend. Vervolgens heeft verweerder op 25 augustus 2022 alsnog een besluit genomen op de asielaanvraag van eiser. De rechtbank heeft eiser op 29 augustus 2022 verzocht om te bevestigen of de inwilligende beslissing aanleiding geeft om het beroep in te trekken. Eiser heeft hierop niet gereageerd, wat de rechtbank heeft geïnterpreteerd als een aanwijzing dat het beroep wordt gehandhaafd.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, nu verweerder inwilligend heeft beslist op de asielaanvraag, het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Daarnaast heeft de rechtbank, op grond van artikel 8:75 van de Awb, verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, aangezien verweerder zich niet heeft verzet tegen deze veroordeling. De proceskosten zijn vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 379,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL22.7286

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. F. Ben-Saddek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: R. van der Heijden)

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 17 juni 2021.
Verweerder heeft op 1 augustus 2022 een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 25 augustus 2022 heeft verweerder alsnog op de asielaanvraag beslist.
De rechtbank heeft bij brief van 29 augustus 2022 eiser verzocht de rechtbank te informeren of de inwilligende beslissing aanleiding is om het beroep in te trekken. Eiser heeft niet gereageerd. De rechtbank leidt daaruit af dat het beroep wordt gehandhaafd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Verweerder heeft inwilligend beslist op de asielaanvraag van eiser. Nu hiermee geheel tegemoet is gekomen aan het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, zal het beroep wegens het ontbreken van procesbelang kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. Door het nemen van het besluit van 25 augustus 2022 is verweerder aan eiser tegemoet gekomen. De rechtbank ziet daarom aanleiding om op grond van artikel 8:75 van de Awb verweerder te veroordelen in de proceskosten. Bij verweerschrift heeft verweerder verklaard zich niet te verzetten tegen een veroordeling in de proceskosten.
3. De rechtbank zal verweerder veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 379,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.