ECLI:NL:RBDHA:2022:10804
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
Op 26 september 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2006. Het verzoek tot verlenging is ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, de gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft eerder op 4 augustus 2022 de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 1 oktober 2022 en een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.
Tijdens de zitting op 26 september 2022 zijn de vader en de moeder van de minderjarige, alsook een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling, aanwezig geweest. De vader was opgeroepen maar niet verschenen, terwijl de minderjarige niet op het verzoek heeft gereageerd. De moeder heeft ingestemd met het verzoek tot verlenging en heeft aangegeven dat het goed gaat met de minderjarige, die positieve stappen heeft gezet in zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de positieve ontwikkeling van de minderjarige en het belang van een gestructureerde opvoedomgeving.
De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023, met behoud van de gecertificeerde instelling. Tevens is de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor dezelfde periode. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.