ECLI:NL:RBDHA:2022:10803

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
C/09/635089 / JE RK 22-1919
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 september 2022 uitspraak gedaan over de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2011. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van ernstige zorgen over de veiligheid en het welzijn van de minderjarige. De minderjarige had eerder in een open setting verbleven, maar vertoonde zorgelijk gedrag, waaronder agressie en suïcidale uitingen, wat leidde tot een spoedplaatsing in een gesloten accommodatie op 12 september 2022.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de thuissituatie onhoudbaar was en dat de veiligheid van de minderjarige in het geding kwam. Tijdens de zitting op 26 september 2022 is de situatie van de minderjarige besproken, evenals de zorgen van de gecertificeerde instelling en de Raad. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. Daarom is besloten om de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen en een machtiging te verlenen voor uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden.

De kinderrechter heeft de beslissing gemotiveerd door te wijzen op de complexe problematiek van de minderjarige en de noodzaak van een veilige omgeving voor haar ontwikkeling. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Kinderrechter
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/635089 / JE RK 22-1919
Datum uitspraak: 26 september 2022

Beschikking van de kinderrechter

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

in de zaak naar aanleiding van het op 13 september 2022 ingekomen verzoekschrift van:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (hierna te noemen: de Raad), (hierna te noemen: de gecertificeerde instelling),
betreffende:
- [minderjarige]geboren op [geboortedag] 2011 te [geboorteplaats]
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. C.M.H. Revis.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de vrouw]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

Bij beschikking d.d. 13 september 2022 heeft de kinderrechter in deze rechtbank [minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van 13 september 2022 tot 28 september 2022 en voor dezelfde duur een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot deze zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 13 september 2022;
- de instemmingsverklaring d.d. 14 september 2022 van een gedragswetenschapper als
bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort
tevoren heeft onderzocht.
Op 26 september 2022 is de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
- [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de advocaat van [minderjarige] ;
- de moeder;
- een vriend van de moeder, [de man] als toehoorder.
[minderjarige] is op 22 september 2022 in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [verblijfplaats] in het bijzijn van haar advocaat en haar begeleider gehoord.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot machtiging [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van drie maanden.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. De moeder heeft [minderjarige] in mei 2022 weer in huis genomen na een plaatsing van twee jaar bij het [vorige verblijfplaats 1] en daarna [vorige verblijfplaats 2] . Deze laatste open plaatsing was niet langer passend, omdat [minderjarige] zorgelijk gedrag op de groep liet zien waarbij zij andere kinderen schopte, sloeg en beet. In de thuissituatie ging het ook niet goed. De moeder werd dagelijks fysiek aangevallen door [minderjarige] en bedreigd met de dood. [minderjarige] heeft twee keer een mes gepakt, de moeder geslagen en bespuugd en suïcidale uitspraken gedaan. Op 12 september jl. is [minderjarige] met spoed gesloten geplaatst, omdat de thuissituatie niet langer houdbaar was en haar veiligheid in het geding kwam. De komende periode moet er nader onderzoek worden gedaan om te kijken wat de beste vervolgplek voor [minderjarige] is en waar haar perspectief ligt. Gelet op de complexiteit van de problematiek is de duur van drie maanden nodig.
De gecertificeerde instelling onderschrijft het verzoek van de Raad en heeft naar voren gebracht dat er sprake is van een complexe zorgvraag en dat er veel zorgen zijn over de veiligheid van [minderjarige] en haar directe omgeving. Op [verblijfplaats] krijgt [minderjarige] twee op één begeleiding en wordt zij apart gehouden van de andere kinderen. De slaapwacht is verdubbeld, omdat [minderjarige] regelmatig doodsbedreigingen uit. Er wordt hard gezocht naar een passende plek en het expertiseteam is betrokken. Er liggen twee complexe vraagstukken en de Banjaard heeft aangegeven dat zij niet aan beide zorgvragen kunnen voldoen. Er is daarom ook een aanvraag bij Karakter gedaan. Morgen zal er een logistiek overleg plaatsvinden met alle aanbieders en hopelijk zal er zo snel mogelijk duidelijkheid komen.
De advocaat heeft namens [minderjarige] naar voren gebracht dat [minderjarige] naar huis wil. De gesloten plaatsing voelt voor haar als een gevangenis en zij vindt het moeilijk met de andere kinderen op de groep. De advocaat verzoekt daarom primair om het verzoek af te wijzen en subsidiair om de plaatsing in duur te bekorten, omdat [verblijfplaats] niet de juiste plek is voor haar en er snel onderzoek gedaan moet worden.
De moeder heeft ingestemd met het verzochte. De moeder heeft naar voren gebracht dat zij [minderjarige] elke dag spreekt en meerdere keren per week bij haar langsgaat. [minderjarige] lijkt het wel naar haar zin te hebben bij [verblijfplaats] en te accepteren dat zij daar moet blijven tot er een goede plek is gevonden voor haar, maar zij kan soms ook verdrietig zijn. De situatie thuis was onhoudbaar en [minderjarige] kan, hoe moeilijk die beslissing ook is, niet meer terug naar de moeder.

Beoordeling

Op grond van de informatie, zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen en uit de verklaringen van de gehoorde personen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [minderjarige] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht wordt gesteld.
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat er sprake is van complexe problematiek bij [minderjarige] . Zowel op de open groep als thuis heeft [minderjarige] agressief gedrag laten zien waarbij zij bijt, schopt, spuugt en dreigende en suïcidale uitspraken doet. Hierdoor kan de veiligheid van [minderjarige] en haar omgeving niet langer worden gewaarborgd binnen een open setting. De kinderrechter zal de gesloten machtiging en de voorlopig ondertoezichtstelling daarom toewijzen. Door alle betrokken partijen wordt er gezocht naar een passende plek voor [minderjarige] in de hoop dat zij zo snel mogelijk kan worden overgeplaatst. Gelet op de complexiteit van de zorgvraag acht de kinderrechter de verzochte duur van drie maanden passend en geboden.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige] van 28 september 2022 tot 12 december 2022 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
en
verleent een machtiging [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet van 28 september 2022 tot 12 december 2022, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2022 door mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 oktober 2022.
Voor zover deze uitspraak betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.