ECLI:NL:RBDHA:2022:10766

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
AWB 21/1591
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning op grond van artikel 8 EVRM

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had aangevraagd op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 27 augustus 2021 was genomen, verklaarde het bezwaar ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer AWB 21/5534) die betrekking had op het beroep van verzoekster. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 21/1591
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

(gemachtigde: mr. P.C.M. van Schijndel)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.R.R. Brock)

Procesverloop

Bij besluit van 27 augustus 2021(het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen de weigering om aan haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel ‘privéleven op grond van artikel 8 EVRM’ te verlenen ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 21/5534, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, op 13 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open