ECLI:NL:RBDHA:2022:10764

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.1405
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, was niet verschenen op de zitting, ondanks dat zijn gemachtigde, mr. I.K. Kolev, op de hoogte was van de zitting. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. T. Pourjalili, had het verzoek van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL22.1404) en heeft geconcludeerd dat verzoeker geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 22 februari 2022 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.1405
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. I.K. Kolev),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. T. Pourjalili).

Procesverloop

Bij besluit van 24 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.1404, op 21 februari 2022 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De rechtbank heeft bij uitspraak van vandaag, met zaaknummer NL22.1404, uitspraak gedaan op het beroep en geoordeeld dat verzoeker geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit eveneens geldt voor de beoordeling van het verzoek om een voorlopige voorziening.
3. Gelet op het voorgaande is het verzoek om een voorlopige voorziening niet- ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2022 door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
22 februari 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.