ECLI:NL:RBDHA:2022:10755
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C. Goilo-Kam
- D.C. Laagland
- A.M. Gruschke
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van het teweegbrengen van ontploffing van een pijpbom en voorbereidingshandelingen
Op 19 oktober 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1985 te [geboorteplaats]. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het teweegbrengen van een ontploffing door het fabriceren van een pijpbom en van voorbereidingshandelingen voor dit misdrijf. De tenlastelegging betrof onder andere het opzettelijk fabriceren van een pijpbom op 31 december 2020 in Alphen aan den Rijn, waarbij gemeen gevaar voor de omliggende woningen zou zijn ontstaan. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek ter terechtzitting en de verklaringen van de betrokkenen vastgesteld dat de verdachte op het moment van de ontploffing op de bank zat en niet actief betrokken was bij het fabriceren van de pijpbom. De medeverdachte heeft verklaard dat hij alleen verantwoordelijk was voor het fabriceren van de pijpbom en dat de verdachte geen wetenschap had van de materialen die in de tenlastelegging werden genoemd. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor medeplegen, omdat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte is dan ook vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Daarnaast is de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte is vrijgesproken van de feiten waarop de vordering betrekking had.