ECLI:NL:RBDHA:2022:10751
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak met zaaknummer NL22.306 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L.S.T.H. Ruijters, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I.E. Lemmers, was afgewezen in een besluit van 5 januari 2022. Dit besluit werd door de verzoeker bestreden, waarna hij de voorzieningenrechter vroeg om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 27 januari 2022, maar beide partijen zijn niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL22.305) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien de rechtbank in die zaak al een beslissing had genomen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken, en is openbaar gemaakt op 2 februari 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.