ECLI:NL:RBDHA:2022:10744

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 februari 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.1020
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse vrouw met vrees voor ex-vriend en familieproblemen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Nigeriaanse vrouw, heeft samen met haar vier minderjarige kinderen asiel aangevraagd in Nederland. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de rechtbank de vrees van eiseres voor vervolging in Nigeria niet aannemelijk achtte. Eiseres stelde dat zij bij terugkeer naar Nigeria het risico loopt om gedood te worden door haar ex-vriend, die lid is van de Eiyesekte, en dat zij problemen zou ondervinden van haar strenggelovige moslimfamilie vanwege haar huwelijk met een christen. De rechtbank heeft de verklaringen van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat de gestelde vrees voor vervolging niet geloofwaardig was. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims over de relatie met haar ex-vriend en de problemen met haar familie. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er in Nigeria vrijheid van godsdienst bestaat en dat eiseres zich bij terugkeer niet in de buurt van haar familie hoeft te vestigen. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier E. Kersten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL22.1020
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] ,V-nummer: [V-nummer 1] , eiseres mede namens haar minderjarige kinderen:
[A] ,V-nummer: [V-nummer 2] ,
[B] ,V-nummer: [V-nummer 3] ,
[C] ,V-nummer: [V-nummer 4] en
[D]V-nummer: [V-nummer 5] , (gemachtigde: mr. V. Senczuk),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

Bij besluit van 13 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2022 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft de Nigeriaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1991. Samen met haar partner [E] ( [E] ) heeft zij vier minderjarige kinderen. Zij hebben allemaal de Nigeriaanse nationaliteit. In de zaak van de partner van eiseres is bij uitspraak van vandaag apart uitspraak gedaan (zaaknummer NL22.1021).
2. Eiseres heeft asiel gevraagd om de volgende redenen. Zij stelt dat dat zij bij terugkeer naar Nigeria het risico loopt om gedood te worden door haar ex-vriend [F] . [F] is namelijk lid van de Eiyesekte en hij heeft geheimen over de sekte aan eiseres verteld. Eiseres stelt verder dat zij in Nigeria problemen heeft ondervonden met haar vader. Haar vader was namelijk een strenggelovige moslim en was erop tegen dat eiseres een relatie had
en in verwachting was van haar partner [E] , die christen is. [E] is door of op verzoek van de vader van eiseres gearresteerd en mishandeld. Hij kon ontsnappen en daarna hebben eiseres en haar partner Nigeria verlaten. De vader van eiseres is na het vertrek van eiseres en [E] uit Nigeria overleden, maar eiseres vreest bij terugkeer dat zij geen steun van haar familie zal krijgen. Dit omdat zij getrouwd is met een christen en omdat zij na vertrek uit Nigeria zelf christen is geworden en dus als afvallige van de islam zal worden beschouwd. Eiseres stelt verder dat haar tweelingzoontjes [C] en [D] bij terugkeer naar Nigeria het slachtoffer zullen worden van voodoo-rituelen.
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • problemen met ex-vriend die lid is van een sekte;
  • problemen met familie door huidige relatie met [E] .
5. Verweerder heeft het element onder (1) geloofwaardig geacht en de elementen onder
(2) en (3) niet. Verweerder heeft verder de gestelde vrees van eiseres voor problemen voor haar tweelingzoontjes niet aannemelijk geacht.
6. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Op wat zij daartegen heeft aangevoerd, zal hierna worden ingegaan.
Over de problemen met de ex-vriend die lid is van een sekte
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat eiseres een relatie heeft gehad met [F] . Verweerder heeft aan eiseres mogen tegenwerpen dat zij wisselende verklaringen heeft afgelegd over de status en duur van de gestelde relatie, dat zij niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe zij vanaf 9-jarige leeftijd ongehuwd de nacht kon doorbrengen met [F] en daarbij geen problemen heeft ondervonden met haar strenggelovige vader en dat zij tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over haar woonplaats in Nigeria ten tijde van haar relatie met [F] . De enkele stelling van eiseres in beroep dat zij naar waarheid heeft verteld over de door haar vader goed bevonden relatie met [F] , is onvoldoende om afbreuk te doen aan het standpunt van verweerder. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ook niet ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat, voor zover de relatie zou worden aangenomen, niet geloofwaardig is dat [F] bij een sekte zou hebben gezeten en dat eiseres hierdoor te vrezen heeft. Verweerder heeft in dit verband aan eiseres mogen tegenwerpen dat zij summiere verklaringen heeft afgelegd over de geheimen die [F] aan haar zou hebben verteld en over de uiterlijke kenmerken van de sekteleden.
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder het standpunt heeft mogen innemen dat uit de verklaringen van eiseres niet blijkt dat zij in de periode vanaf de verbreking van haar relatie met [F] in 2006 tot aan haar vertrek uit Nigeria in 2014 problemen met [F] heeft ondervonden. Ook daarom heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Nigeria alsnog problemen met hem zou krijgen. Verweerder heeft daarbij mede van belang mogen achten dat uit de verklaringen van eiseres niet blijkt dat zij zich bij eventuele problemen met [F] niet in een ander deel van Nigeria kan vestigen om aan de problemen te ontkomen.
Over de problemen met de familie door de huidige relatie met [E]
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat uit de verklaringen van eiseres niet blijkt dat zij persoonlijk problemen heeft
ondervonden met haar vader vanwege haar relatie met [E] . Verweerder heeft verder mogen aanvoeren dat uit de verklaring van eiseres, dat haar familieleden niets met haar te maken willen hebben omdat haar partner christen is, niet blijkt dat haar familieleden naar haar op zoek zijn of dat zij bij terugkeer naar Nigeria problemen te verwachten heeft met betrekking tot haar veiligheid. Verweerder heeft verder niet ten onrechte aangevoerd dat uit de verklaringen van eiseres niet blijkt dat zij bij terugkeer naar Nigeria problemen zal ondervinden met haar familie omdat zij afvallige van de islam is. Anders dan eiseres heeft aangevoerd, heeft verweerder daarbij mogen betrekken dat eiseres tijdens het nader gehoor niet heeft genoemd dat zij bij terugkeer naar Nigeria heeft te vrezen vanwege haar afvalligheid. Verweerder heeft verder aan eiseres mogen tegenwerpen dat er in Nigeria sprake is van vrijheid van godsdienst en dat uit de verklaringen van eiseres blijkt dat zij zich bij terugkeer naar Nigeria niet in de buurt van haar familieleden hoeft te vestigen. Eiseres heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat en waarom zij bij terugkeer naar Nigeria problemen zal ondervinden met haar familie vanwege haar afvalligheid.
Over de gestelde vrees ten aanzien van de tweelingzoontjes
10. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eiseres niet heeft hoeven volgen in haar gestelde vrees dat haar tweelingzoontjes bij terugkeer naar Nigeria te maken krijgen met zwarte magie en voodoo-rituelen. Uit de door verweerder in het bestreden besluit aangehaalde bronnen blijkt immers dat tweelingen binnen de Yoruba-gemeenschap worden behandeld met respect en liefde en dat de rituelen die van toepassing zijn niet negatief of nadelig zijn voor tweelingen en hun familie. De rechtbank volgt eiseres niet in haar beroepsgrond dat het voor haar niet mogelijk is om de sociale druk te weerstaan en met haar tweeling niet naar een Babalowo priester te gaan. Verweerder heeft in het bestreden besluit niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat uit de verklaringen van eiseres tijdens het nader gehoor niet blijkt dat zij het plan heeft om haar tweeling naar een Babalowo priester te brengen.
Conclusie
11. Het beroep is ongegrond. Wat eiseres overigens heeft aangevoerd, behoeft geen bespreking meer. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
21 februari 2022
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. J.G. Nicholson E. Kersten
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.