Uitspraak
Rechtbank den haag
1.KONINKLIJKE NEDERLANDSE JAGERSVERENIGING te Amersfoort,
FEDERATIE PARTICULIER GRONDBEZITte Ede,
NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR JACHT EN GRONDBEHEERte Wierden,
WILDBEHEEREENHEID ROERSTREEK E.O.te Roerdalen,
[eisende partij sub 5]te [plaats 1] ,
[eisende partij sub 6]te [plaats 2] ,
[eisende partij sub 7]te [plaats 3] ,
1.STICHTING ANIMAL RIGHTSte Den Haag,
STICHTING FAUNA4LIFEte Amstelveen,
1.De procedure
2.Het incident tot voeging
3.De feiten
Opname op de Rode Lijst Zoogdieren geeft aan dat de zoogdiersoort uit Nederland verdwenen is of in zijn voorkomen in Nederland bedreigd wordt. Op deze rode lijst zijn de haas en het konijn opgenomen in de laagste bedreigingscategorie ‘Gevoelig’. Beide soorten zijn ook geplaatst op de wildlijst als genoemd in artikel 3.20, tweede lid, van de Wet natuurbescherming. Van beide soorten is volgens de informatie van de Zoogdiervereniging de populatiegrootte sinds 1950 afgenomen met meer dan 60%. Ondanks deze forse afname kan met meer dan 25.000 voortplantende individuen per soort niet gesteld worden dat zij in hun voortbestaan worden bedreigd of de staat van instandhouding in het geding is. Vooralsnog blijft de jacht op deze soorten geopend. Er is voldoende waarborg om populaties konijnen en hazen tegen overbejaging te beschermen indien noodzakelijk. Jachthouders zijn op grond van artikel 3.20, derde lid, van de Wet natuurbescherming gehouden om een redelijke stand van de in zijn jachtveld aanwezige wildsoorten, waaronder konijnen en hazen, te handhaven, dan wel, bij het ontbreken van een redelijke stand, te bereiken. (...)”
Om tegemoet te kunnen komen aan de motie, welke een inperking betreft van het eigendomsrecht (EVRM) is een wettelijke onderbouwing nodig. In de wet natuurbescherming art. 3.22 lid 5 staat dat de jacht niet geopend wordt wanneer de staat van instandhouding (hierna: SvI) in het geding is.
In 2017 zijn door de Europese Commissie (EC) richtlijnen gepubliceerd voor de Artikel 17-rapportage voor de periode 2013-2018 (DG Environment, 2017).8 De SvI is daarin uitgewerkt in vier parameters:
- Verspreidingsgebied
- Populatie
- leefgebied (oppervlakte van habitat, geschiktheid van habitat voor de soort)
- toekomstperspectief
Favourable Reference Population (FRP): een referentiewaarde voor de minimaal gewenste populatiegrootte, waarbij rekening is gehouden met het concept van een minimale levensvatbare populatie (Minimum Viable Population (MVP)).
Favourable Reference Range (FRR): een referentiewaarde voor de minimaal gewenste omvang van het verspreidingsgebied (areaal).
Op basis van de ondergrenswaarde van 15 dieren per km² is de huidige populatie berekend, zijnde ruim 201.000 individuen (201.771). Hoewel het niet mogelijk gebleken is om een betrouwbare HSI-kaart van 1994 te genereren, kan met behulp van de trendgegevens wel ingeschat worden hoe groot de populatie omstreeks die periode geweest moet zijn. In paragraaf 4.2.4 is benoemd dat de populatie sinds 1997 jaarlijks met gemiddeld 1,2% achteruit is gegaan. Dat betekent dat de populatie in 1997 bijna 270.000 (269.061) individuen betrof. Aangezien de aantallen hazen al sinds de jaren 60 van de vorige eeuw dalen ( […] , 2021), gaan we ervan uit dat de genoemde afname van 1,2% al eerder is ingezet en ook voor 1994 representatief is. Daarmee is te berekenen dat de populatie in 1994 ongeveer 279.000 (278.917) individuen betrof.
(...) Artikel 3.22, vijfde lid, van de Wnb bepaalt dat de jacht niet geopend wordt op soorten waarvan de staat van instandhouding in het geding is. Tegelijkertijd kan het openstellen van de jacht op een soort juist een sterke stimulans zijn voor het beheer van habitats en voor het aanpakken van andere drukfactoren die bijdragen aan achteruitgang van populaties, en op die manier bijdragen aan de doelstelling om populaties te herstellen tot een gunstige staat van instandhouding. Bovendien blijkt uit het onderzoek van WEnR, net als uit het Basisrapport Rode Lijst Zoogdieren 2020, dat de jacht voor de haas en het konijn niet de hoofdoorzaak is van, of beperkt bijdraagt aan, de ongunstige staat van instandhouding. De belangrijkste oorzaken van achteruitgang van de soorten op de wildlijst zijn habitatverlies, afgenomen kwaliteit van het leefgebied en lokale predatiedruk. Dit is het gevolg van onder meer de intensivering en schaalvergroting van de landbouw, verandering van het landschap en het inzetten van landbouwmachines.
Based on my arguments given in answer B I see no reason to conclude that the conservation status of the hare in the Netherlands is at stake nor can I find any sound argument not to open the hunting season for hares in the Netherlands.”
As already mentioned under Question C, applying the criteria and parameters as developed under the Habitats Directiveis not correctin this case (…) The 1% threshold was established for endangered species (…) of which the FRV (for population) is not met. The 1% threshold is not appropriate for a viable and sustainable population of game species with a strong interannual abundance fluctuation. Furthermore, there are no reliable trend-data and thus, no sound conclusions can be drawn regarding future population dynamics.
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
zeer ongunstigwas, heeft de Minister in redelijkheid kunnen besluiten tot een beperking van de jacht. Uitgaande van de juistheid van de conclusies van WENR kon de Minister niet anders dan concluderen dat de staat van instandhouding van de haas in het geding was. Dat hiermee sprake is van een gewijzigd inzicht van de Minister, maakt het gevoerde beleid niet onrechtmatig.