ECLI:NL:RBDHA:2022:10698
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige homoseksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de afwijzing van een asielaanvraag van een eiser met de Pakistaanse nationaliteit. De eiser had zijn aanvraag ingediend op basis van problemen met de Mufti en later verklaard homoseksueel te zijn. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat de verklaringen van de eiser over zijn homoseksuele geaardheid ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser summier en oppervlakkig heeft verklaard over zijn gevoelens en ervaringen met betrekking tot zijn homoseksualiteit. Ondanks dat de eiser aangaf dat hij niet over zijn geaardheid wilde spreken, was het voor de beoordeling van zijn asielaanvraag noodzakelijk dat hij volledige en duidelijke verklaringen gaf. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht de verklaringen van de eiser ongeloofwaardig heeft geacht en dat de afwijzing van de asielaanvraag gerechtvaardigd was. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, evenals het verzoek om een voorlopige voorziening. De uitspraak werd gedaan door mr. P.M. de Keuning, in aanwezigheid van griffier mr. J.F.A. Bleichrodt, en werd openbaar gemaakt op 18 oktober 2022.