In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een vrouw van Panamese nationaliteit, heeft een asielaanvraag ingediend na ernstige mishandeling door haar ex-partner in maart 2019. Na de mishandeling heeft zij haar woonplaats in Panama veranderd, maar vreesde zij voor haar leven en dat van haar dochter, omdat zij hoorde dat haar ex-partner nog steeds naar haar op zoek was. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter afgewezen, omdat de rechtbank de vrees van eiseres als ongeloofwaardig heeft aangemerkt. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres na de mishandeling nog meer dan twee jaar in Panama heeft gewoond zonder problemen van haar ex-partner te ondervinden. Bovendien was er geen bewijs dat haar ex-partner haar daadwerkelijk zocht, ondanks de verklaringen van vrienden van eiseres. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als ongegrond heeft afgewezen. Eiseres heeft geen recht op asiel en het beroep is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.