Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. Eiser, die de Somalische nationaliteit heeft, was in bewaring gesteld op basis van artikel 59, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Dit artikel stelt dat als de noodzakelijke documenten voor terugkeer beschikbaar zijn of binnen korte termijn beschikbaar zullen zijn, de openbare orde de bewaring van de vreemdeling vordert, tenzij de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft gehad. Eiser heeft tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding.
Tijdens de zitting op 5 oktober 2022, die via beeldverbinding plaatsvond, heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Eiser heeft aangevoerd dat hij door zijn psychische situatie niet in staat is om zelfstandig zijn vertrek te regelen en dat verweerder had moeten volstaan met een lichter middel dan bewaring. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser eerder was bevolen om zich naar Malta te begeven, maar hieraan geen gevolg heeft gegeven. Ook is niet gebleken dat eiser enige inspanning heeft geleverd om zelfstandig terug te keren naar Malta. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht geen lichter middel heeft toegepast en dat het beroep ongegrond is.
De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat een rechtsmiddel open tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.