Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- [verzoeker] in persoon, bijgestaan door mr. Wildeboer voornoemd;
- namens NBM: mr. Haase voornoemd.
- een brief met producties 11-15 van de zijde van [verzoeker] ;
- een reactie op de aanvullende producties van de zijde van NBM;
- een nadere reactie en een aanvullende productie 16 van de zijde van [verzoeker] ;
- een nadere reactie hierop van de zijde van NBM met enkele bijlagen.
2.De feiten
4.De beoordeling
[rb: of er 12 of 13 staat is niet goed leesbaar]augustus 2021 op het Veluweplein een aanrijding plaatsvond tussen een door [verzoeker] bestuurd busje (Volkswagen Transporter) en een personenauto (Opel), waarbij de Opel tegen de achterkant van de Volkswagen Transporter reed. De bestuurder van de Opel vulde daarbij in dat er geen zichtbare schade aan zijn voertuig was en schreef in het vak ‘mijn opmerkingen’: “
Wil eerst rechtsaf dan weer niet en toen weer wel vol op de remmen”. [verzoeker] vulde niets in bij ‘zichtbare schade aan voortuig B’ en schreef bij ‘mijn opmerkingen’:
“Bij verkeerslicht stond partij B ( [verzoeker] ) stil en werd toen aangereden door partij A tegen achter bumper van VW Transporter. Hij probeerd andere verhaal ervan te maken”. Daaronder staat als datum 13-8-20. De rechtsbijstandsverzekeraar van [verzoeker] bevestigde hem op 8 september 2020 dat het dossier zonder verdere actie wordt gesloten omdat [verzoeker] heeft besloten geen beroep te doen op zijn rechtsbijstand. Uit deze stukken volgt echter niet dat [verzoeker] , zoals hij stelt, bij deze aanrijding niet in de auto zat (en dus geen letsel opliep). Of hij het aanrijdingsformulier ook heeft gezonden aan een WAM-verzekeraar in verband met een schadeclaim is niet duidelijk.
Op 12-08-2020 was ik betroken bij een lichte schade aan de auto van [verzoeker] . Ik zat in de auto van [verzoeker] , terwijl hij buiten stond om hulp te zoeken. Zijn auto kwam stil te staan zonder brandstof bij een stoplicht aan de Veluweplein in Den Haag.”[verzoeker] zond ook nog een verklaring in van [getuige 2] van 25 juli 2022 waarin staat:
“Op 12 augustus 2020 reed ik langs Veluwe-plein te Den Haag. Ik woon daar dichtbij. Ik zag mijn schilder [verzoeker] aan de zijkant en toen stopte ik en vroeg ik of ie hulp nodig heeft. [verzoeker] zei ja mijn diesel is op, kunt u voor mij gaan kopen. Ik zei ja zeker zal ik doen en had 5.l diesel gekocht.”
- griffierecht € 676
- salaris advocaat: