ECLI:NL:RBDHA:2022:10152

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
5 oktober 2022
Zaaknummer
C/09/620645 / HA ZA 21-988
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in de uitvoering van schoonmaakwerkzaamheden aan kasgoten leidend tot waterschade aan WKK-installatie

In deze zaak heeft Kaaij Vierpolders B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens schade die is ontstaan door het gebruik van water tijdens schoonmaakwerkzaamheden aan kasgoten. De werkzaamheden, uitgevoerd op 14 januari 2021, leidden tot waterschade aan de warmte-krachtkoppelinstallatie (WKK-installatie) van Kaaij Vierpolders. De eiseres vordert een schadevergoeding van € 492.871,88, waarbij zij stelt dat de gedaagde in strijd met de afspraken heeft gehandeld door water te gebruiken bij de schoonmaak. De rechtbank heeft Kaaij Vierpolders opgedragen te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de werkzaamheden zonder water dienden te worden uitgevoerd en dat de gedaagde medewerkers water in de luchtafvoer van de WKK-installatie hebben laten lopen.

De procedure begon met een dagvaarding op 22 oktober 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juni 2022 is de kwestie van de aansprakelijkheid en de hoogte van de schade aan de orde gekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er schade is ontstaan, maar dat het nog niet zeker is of deze schade het gevolg is van een tekortkoming van de gedaagde. Kaaij Vierpolders heeft bewijs aangeboden ter ondersteuning van haar stelling dat de gedaagde tekortgeschoten is in de uitvoering van de werkzaamheden.

De rechtbank heeft besloten dat Kaaij Vierpolders de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren van haar claims, en heeft verdere beslissingen aangehouden tot het bewijs is geleverd. De zaak zal opnieuw op de rol komen op 5 oktober 2022, waar Kaaij Vierpolders moet uitlaten of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, het horen van getuigen of andere bewijsmiddelen. De rechtbank heeft ook richtlijnen gegeven voor de indiening van bewijsstukken en het plannen van getuigenverhoren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/620645 / HA ZA 21-988
Vonnis van 21 september 2022
in de zaak van
KAAIJ VIERPOLDERS B.V.te Oostvoorne,
eiseres,
advocaat mr. M. van der Heijden-Linssen te Venlo,
tegen
[gedaagde]te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. R.H.J. Wildenburg te Arnhem.
Partijen zullen hierna Kaaij Vierpolders en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 oktober 2021 met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • het tussenvonnis van 1 juni 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte van Kaaij Vierpolders met producties;
  • de spreekaantekeningen van Kaaij Vierpolders;
  • de spreekaantekeningen van [gedaagde] ;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 juni 2022;
  • de schriftelijke reacties van partijen op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis wordt uitgesproken.

2.De beoordeling

Wat is de kern?

2.1.
[gedaagde] heeft bij één van de locaties van Kaaij Vierpolders de kasgoten schoongemaakt. Hierbij is water in de warmte-krachtkoppelinstallatie (WKK-installatie) gelopen waardoor grote schade is ontstaan aan deze installatie. Kaaij Vierpolders vordert daarom van [gedaagde] een schadevergoeding van in totaal € 492.871,88. De vraag is of deze schade door een fout van [gedaagde] is ontstaan. Dat is vooralsnog niet zeker, zodat de rechtbank Kaaij Vierpolders opdraagt te bewijzen dat (1) partijen zijn overeengekomen dat geen water zou worden gebruikt bij de werkzaamheden en (2) dat de werknemers van [gedaagde] water in de luchtafvoer van de WKK-installatie hebben laten lopen.
Wat is er gebeurd?
2.2.
Op 8 januari 2021 heeft een medewerker van Kaaij Vierpolders, de heer [naam 1] , telefonisch opdracht gegeven aan [gedaagde] om twee kasgoten schoon te maken.
2.3.
Op 14 januari 2021 hebben twee medewerkers van [gedaagde] , de heer [naam 2] en de heer [naam 3] , werkzaamheden verricht aan de twee kasgoten. Zij hebben de kasgoten schoongeveegd en met water schoon- en/of nagespoeld.
2.4.
Enkele minuten nadat de medewerkers van [gedaagde] hun werkzaamheden hadden afgerond, is de WKK-installatie in storing gegaan. De WKK-installatie wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit en warmte.
2.5.
De technische dienst van Kaaij Vierpolders heeft de storing onderzocht en geconstateerd dat een waterlekkage had plaatsgevonden in de WKK-ruimte. Hierdoor is kortsluiting ontstaan. De leverancier van de WKK-installatie, Rolls-Royce, heeft dit bevestigd.
2.6.
Rolls-Roys heeft [bedrijf] ingeschakeld om de WKK-installatie te repareren. [bedrijf] heeft het volgende geconcludeerd:
“Het water is na reinigingswerkzaamheden aan de kas goot in de ventilatieschacht van de WKK- installatie terecht gekomen. De ventilatieschacht van de WKK-installatie is aan de bovenzijde afgedekt door een overhangende kap. Het is dus niet mogelijk dat weersomstandigheden (bijvoorbeeld regen) ertoe hebben geleid dat er water de ventilatieschacht van de WKK-installatie is binnengedrongen. Waarschijnlijk is tijdens de onderhoudswerkzaamheden water via de onderzijde van de beschermkap in de ventilatieschacht terecht gekomen.”
Kaaij Vierpolders vordert een schadevergoeding
2.7.
Kaaij Vierpolders stelt schade te hebben geleden door kortsluiting in de WKK-installatie van in totaal € 492.871. De schade bestaat uit:
  • Reparatie WKK € 143.000,50
  • Huur tijdelijke generatoren € 259.497,74
  • Verhoogde energiekosten
Totaal € 510.578,37
2.8.
Op het totaalbedrag heeft Kaaij Vierpolders € 17.706,49 in mindering gebracht omdat zij minder draaiuren heeft gehad, zodat zij kosten heeft bespaard.
2.9.
Kaaij Vierpolders vordert (1) een verklaring voor recht dat [gedaagde] is tekortgeschoten, (2) ontbinding van de overeenkomst en (3) vergoeding van haar schade. Zij baseert haar vorderingen op twee grondslagen. [gedaagde] betwist dat hij is tekortgeschoten. Daarnaast betwist hij de hoogte van de schade en stelt hij dat sprake is van eigen schuld aan de kant van Kaaij Vierpolders, omdat Kaaij Vierpolders niet aan haar informatieplicht heeft voldaan.
Kaaij Vierpolders krijgt twee bewijsopdrachten
2.10.
Vast staat dat er schade is ontstaan doordat de medewerkers van [gedaagde] water hebben gebruikt bij hun werkzaamheden. Kaaij Vierpolders stelt zich op het standpunt dat zij de opdracht heeft gegeven en dat partijen zijn overeengekomen dat het vegen van de goten zonder water diende te gebeuren.
Als dit inderdaad zo is overeengekomen dan is [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat hij in strijd met de afspraken heeft gehandeld en daardoor schade is ontstaan. In dat geval is niet van belang op welke wijze het water in de WKK-installatie is gelopen (via de luchtafvoer of via een gat in het dak van de kas).
2.11.
De opdracht van de werkzaamheden is niet schriftelijk vastgelegd, maar Kaaij Vierpolders heeft haar stelling onderbouwd met bonnen/facturen van [gedaagde] van eerder uitgevoerde werkzaamheden waarop ‘vegen goten’ of woorden van die strekking staan vermeld. Vegen impliceert volgens Kaaij Vierpolders dat de goten zonder water gereinigd worden. [gedaagde] heeft de stelling van Kaaij Vierpolders dat de opdrachten voor haar altijd worden uitgevoerd zonder water, voldoende weersproken. Hij voert aan dat de goten altijd met water worden gereinigd, ook bij andere locaties van Kaaij Vierpolders. Hiervoor heeft hij naar verklaringen van drie medewerkers van hem verwezen en naar een filmpje waarin te zien is hoe – bij een andere kas – een goot wordt gevuld met water en daarna wordt schoongeveegd. Uit de verklaringen van de medewerkers van [gedaagde] en het filmpje volgt duidelijk dat de medewerkers van [gedaagde] water gebruikten bij eerdere werkzaamheden voor Kaaij Vierpolders. Kaaij Vierpolders krijgt daarom de gelegenheid, gelet op haar bewijsaanbod, om bewijs te leveren van haar stelling dat partijen op 8 januari 2021 overeen zijn gekomen dat [gedaagde] de kasgoten zonder water zou schoonmaken.
2.12.
Kaaij Vierpolders stelt verder dat de medewerkers van [gedaagde] de opdracht onzorgvuldig hebben uitgevoerd. De onzorgvuldigheid bestaat er volgens Kaaij Vierpolders uit dat de medewerkers bij de uitvoering van de werkzaamheden, een grote hoeveelheid water in de luchtafvoer van de WKK-installatie hebben laten lopen. Dit verklaart volgens de medewerkers van Kaaij Vierpolders de grote hoeveelheid water die in de WKK-installatie terecht is gekomen.
2.13.
[gedaagde] betwist dat zijn medewerkers water in de luchtafvoer hebben laten lopen. Hij voert het volgende aan. De medewerkers van [gedaagde] zijn teruggegaan naar de kas van Kaaij Vierpolders nadat zij van Kaaij Vierpolders te horen kregen dat er lekkage was. Toen hebben zij hoogte van de WKK-installatie een gat in een van ruiten van het dak ontdekt. Door dit gat is water naar binnengelopen op de WKK-installatie. Volgens [gedaagde] is het vuil dat voor de werkzaamheden in het gat had gezeten, na de werkzaamheden weggespoeld waardoor zij pas op na de afronding van de werkzaamheden het gat hebben ontdekt. Dat gat hebben de werknemers van [gedaagde] ter plekke gerepareerd met kit.
2.14.
Het door Kaaij Vierpolders geschetste scenario lijkt op het eerste gezicht minder voor de hand liggend. Gezien de hoeveelheid water die in de WKK-installatie is gelopen, zouden de medewerkers van [gedaagde] de waterslang langere tijd vlak bij of in de luchtafvoer moeten hebben gehouden. Het door [gedaagde] geschetste scenario lijkt op het eerste gezicht dan ook aannemelijker. Uit het filmpje van [gedaagde] (productie 6 van [gedaagde] ) volgt dat bij het naspoelen een grote hoeveelheid water door de goot wordt gespoeld waardoor het water hoger komt dan de goot zelf. Het gat in het dak zat direct naast de goot (zie productie 7 conclusie van antwoord), zodat het goed denkbaar is dat door dat gat een grote hoeveelheid water naar beneden is gekomen. Maar het scenario van [gedaagde] roept ook een aantal vragen op. Zo waren in de dagen voorafgaand aan de werkzaamheden regenbuien (zie het weersoverzicht van 1 januari 2021 tot en met 15 januari 2021, productie 30 van Kaaij Vierpolders). Zouden die regenbuien niet al een lekkage hebben moeten veroorzaakt via dat gat in het raam? En waarom hebben de medewerkers van [gedaagde] kort na ontdekking van de waterschade aan de WKK-installatie, zonder medeweten van Kaaij Vierpolders, het gat gerepareerd? Bovendien hebben zij wel een foto van de reparatie (zie productie 5 van [gedaagde] ), maar niet van de schade. Dat roept de vraag op of de medewerkers van [gedaagde] de mogelijk door hen veroorzaakte schade hebben willen verdoezelen.
Tegen deze achtergrond is de betwisting van [gedaagde] niet doorslaggevend. Kaaij Vierpolders wordt daarom in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van haar stelling dat de medewerkers van [gedaagde] water in de luchtafvoer van de WKK-installatie hebben laten lopen.
2.15.
In afwachting van het door Kaaij Vierpolders te leveren bewijs, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
draagt Kaaij Vierpolders op te bewijzen dat wat is omschreven in de onderdelen 2.11 en 2.14;
3.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 5 oktober 2022voor uitlating door Kaaij Vierpolders of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel;
3.3.
bepaalt dat Kaaij Vierpolders als zij geen bewijs door getuigen willen leveren maar wel
bewijsstukkenwillen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen;
3.4.
bepaalt dat Kaaij Vierpolders als zij
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2022 tot en met januari 2023 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van de getuigenverhoren zullen worden bepaald;
3.5.
bepaalt dat de getuigenverhoren zullen plaatsvinden op de terechtzitting van mr. R.C. Hartendorp in het gerechtsgebouw te Den haag aan de Prins Clauslaan 60;
3.6.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C. Hartendorp en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2022.