Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 18 augustus 2022 in Breda, waar de verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. E.R. Hagenaars, aanwezig was. De staatssecretaris was niet verschenen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL22.11590), het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. De voorzieningenrechter heeft echter wel bepaald dat de staatssecretaris in de proceskosten van de verzoeker wordt veroordeeld. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 759,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.