ECLI:NL:RBDHA:2022:10085

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
4 oktober 2022
Zaaknummer
09-072118-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor voorbereidingshandelingen en diefstal uit woning van kwetsbaar slachtoffer

Op 5 oktober 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1994, die zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor inbraak en diefstal uit de woning van een kwetsbaar slachtoffer. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 165 dagen. De feiten vonden plaats op 22 maart 2022, waarbij de verdachte samen met anderen een geldbedrag van € 100,- heeft weggenomen uit de woning van het slachtoffer in Cuijk. Daarnaast heeft de verdachte zich voorbereid op het plegen van diefstal in verschillende verzorgings- en bejaardenhuizen, waarbij gebruik werd gemaakt van een 'flipperkaart' om sloten te openen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte berekenend te werk ging en zich richtte op oudere, kwetsbare personen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 200 dagen geëist, maar de rechtbank legde een hogere straf op, gezien de ernst van de feiten en de rol van de verdachte. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en verklaarde dat er geen feiten of omstandigheden waren die haar strafbaarheid uitsloten. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/072118-22
Datum uitspraak: 5 oktober 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
verblijfadres: [adres 1] ,
op dit moment zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 21 september 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Bakker en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman mr. J. Zevenboom naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
zij op of omstreeks 22 maart 2022 te Cuijk, gemeente Land van Cuijk, in elk geval in
Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning
een geldbedrag (€ 100,-), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
zij op of omstreeks 22 maart 2022 te Boxmeer en/of Grave en/of Den Bosch en/of
Cuijck, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen
ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten de in artikel 311, eerste lid, onder 3° van het Wetboek van Strafrecht omschreven diefstal, te plegen onder een van de omstandigheden vermeld in artikel 311, eerste lid, onder 4° van het Wetboek van Strafrecht
dan wel artikel 311, eerste lid, onder 5° van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk
voorwerpen en/of ruimten en/of vervoermiddelen, te weten een voertuig (Opel Corsa) en/of een (geprepareerd) stuk plastic (waarmee je sloten kan 'flipperen') bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, en/of voorhanden heeft gehad en/of zich met dat voertuig heeft begeven naar verschillende (alleen voor bewoners en hun bezoekers toegankelijke) seniorencomplexen/bejaardenhuizen en/of daar naar binnen is gegaan en/of zich daar langere tijd heeft opgehouden.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde kan worden bewezen en heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geen standpunt ingenomen.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
De rechtbank acht op basis van de inhoud van de gebruikte bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien, elk daarvan gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft – bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals deze hieronder bewezen zijn verklaard.
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
zij op 22 maart 2022 te Cuijk, gemeente Land van Cuijk tezamen en in vereniging met anderen uit een woning een geldbedrag (€ 100,-), dat aan [slachtoffer] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
zij op 22 maart 2022 te Boxmeer en Grave en Den Bosch en Cuijck tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten de in artikel 311, eerste lid, onder 3° van het Wetboek van Strafrecht omschreven diefstal, te plegen onder een van de omstandigheden vermeld in artikel 311, eerste lid, onder 4° van het Wetboek van Strafrecht dan wel artikel 311, eerste lid, onder 5° van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk
eenvoorwerp en
eenvervoermiddel, te weten een voertuig (Opel Corsa) en een (geprepareerd) stuk plastic (waarmee je sloten kan 'flipperen') bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad en zich met dat voertuig heeft begeven naar verschillende (alleen voor bewoners en hun bezoekers toegankelijke) seniorencomplexen/bejaardenhuizen en daar naar binnen is gegaan en zich daar langere tijd heeft opgehouden.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

4.1.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om feit 1 (de diefstal van € 100,00 uit de woning van [slachtoffer] te Cuijk op 22 maart 2022) te kwalificeren als voortgezette handeling van feit 2 (de voorbereidingshandelingen op 22 maart 2022 te Boxmeer, Grave, Den Bosch en Cuijk). Volgens de verdediging werd een diefstal uit een woning voorbereid en werd gezocht naar een geschikte locatie daarvoor. Er is sprake van één ongeoorloofd wilsbesluit ten aanzien van het ten laste gelegde handelen.
4.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de voorbereidingshandelingen niet als één voortgezette handeling kunnen worden gekwalificeerd. Alleen ten aanzien van de voorbereidingshandelingen in Cuijk en de diefstal in Cuijk geldt dat sprake is van één voortgezette handeling.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is anders dan de verdediging van oordeel dat aan de bewezen verklaarde handelingen telkens aparte wilsbesluiten ten grondslag liggen.
De rechtbank is verder van oordeel dat het bewezen verklaarde volgens de wet strafbaar is, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 200 dagen geëist met aftrek van het voorarrest, waarvan 100 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om te volstaan met oplegging van een gevangenisstraf waarvan de duur gelijk is aan de duur van het voorarrest.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feitenDe verdachte heeft zich in de eerste plaats schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen, gericht op het binnendringen van verzorgings- en bejaardenhuizen teneinde oudere mensen te bestelen. In één geval is dat ook gelukt. De verdachte heeft zich samen met haar mededaders schuldig gemaakt aan diefstal van € 100,00 uit de woning van het [slachtoffer] .
De verdachte en haar mededaders hebben het gemunt op oudere, kwetsbare personen. Ten koste van deze mensen wilde de verdachte zich verrijken. Zij heeft daarbij haar eigen financiële gewin vooropgesteld en heeft geen oog gehad voor wat haar handelen voor de slachtoffers en hun directe omgeving, zoals medebewoners en familie, betekent. De verdachte is door zich te richten op bejaarden- en verzorgingstehuizen berekenend te werk gegaan. Deze berekenende werkwijze komt ook terug in het opgenomen gesprek tussen de verdachte en de mededaders. In dat gesprek geeft de verdachte te kennen vaker te hebben toegeslagen. Ook wijst de verdachte in het gesprek complexen aan waar zij eerder is geweest. Uit deze gesprekken maakt de rechtbank tevens op dat de verdachte een grote rol had in het geheel.
Persoon van de verdachteDe rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 2 juli 2022. De verdachte is in de afgelopen vijf jaar twee keer veroordeeld voor een diefstal.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 4 april 2022. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. De reclassering is er daarbij van uitgegaan dat de verdachte (nog) geen geldige verblijfstitel heeft in Nederland en afhankelijk is van anderen.
Tijdens de terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat zij inmiddels in Nederland bij haar partner en minderjarige zoon woont. Door haar verblijfsstatus heeft zij nog geen werk. De rechtbank neemt verder in aanmerking dat de verdachte heeft bekend dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van € 100,00. Hoewel de verdachte omtrent de toedracht en werkwijze geen openheid van zaken heeft gegeven, heeft de verdachte in zoverre wel deels verantwoordelijkheid genomen voor haar handelen.
StrafopleggingDe rechtbank is van oordeel dat gelet op wat hiervoor is overwogen niet kan worden volstaan met een andere straf dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 165 dagen passend en geboden is. De rechtbank ziet geen aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Dit is een hogere (onvoorwaardelijke) straf dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank is echter van oordeel dat de ernst van de feiten – waarbij oudere, kwetsbare mensen bewust het doelwit zijn – en de rol van de verdachte, zoals die onder meer blijkt uit de opgenomen gesprekken tussen haar en haar mededaders, deze hogere straf rechtvaardigen.
7. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 46, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feiten 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2:
voorbereiding van diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
165 (honderdvijfenzestig) dagen;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C. Kole, voorzitter,
mr. M. Rigter, rechter,
mr. S. Pereth, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Klein, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 oktober 2022.
Bijlage
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DH2R022017 / STEYR, PL15002021290824 of PL1100-2021098932, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Den Haag-West dan wel de politie eenheid Noord-Holland, district Kennemerland, districtsrecherche Kennemerland, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 593).
Ten aanzien van feiten 1 en 2:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 22 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 100 t/m 102):
Ik doe aangifte van inbraak in mijn woning op [adres 2] te Cuijk. Op dinsdag 22 maart 2022, omstreeks 13.15 uur, verliet ik mijn woning . Ik sloot de
woning af. Op dinsdag 22 maart 2022, omstreeks 17.45 uur, kwam ik thuis vanuit
[locatie 1] . Ik ging mijn woning binnen. Ik zag op de kast naast de deuropening richting de woonkamer dat er een lade open stond en dat mijn portemonnee open lag. In deze portemonnee zat 100 euro. Deze 100 euro is weggenomen uit de portemonnee.
2. Het proces-verbaal van verhoor [verdachte] , opgemaakt op 27 mei 2022, voor zover inhoudende (p. 533 t/m 535):
V: Je had al verklaard dat jij dat geld uit die woning in Cuijk had weggenomen. Hoe is dat gegaan?
A: We hebben die deur open gedaan. Wij zijn naar binnen gegaan. Wij gingen op zoek en daarna zijn wij weer naar buiten gegaan.
V: Hoe zijn jullie die woning precies binnen gekomen?
A: Met een plastic ding. Zo een kaart. Een flipperkaart.
V: Wat hebben jullie uit die woning weggenomen?
A: Geld.
V: Hoeveel geld?
A: 100 euro.
V: Hoe is de rest van die dag verlopen. Wat hebben jullie allemaal gedaan?
A: Jullie weten toch dat wij bij meerdere complexen waren.
3. Het proces-verbaal van observatie 22 maart 2022, opgemaakt op 23 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 428 t/m 434):
Wij, verbalisanten, verklaren het volgende:
Wij hebben op dinsdag 22 maart 2022 tussen 11.15 uur en 19.09 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
12.00 uur: De [kenteken] rijdt in de richting van [locatie 2] te
Nieuwegein. Vervolgens stapt NN2 in als bestuurder en [medeverdachte 1] als bijrijder waarna de [kenteken] vertrekt.
12.27 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op de [locatie 3] te Nieuwegein
ter hoogte van de percelen 57 tot en met 66. [medeverdachte 1] stapt uit en
loopt weg in de richting van genoemde percelen.
12.35 uur: [medeverdachte 1] komt aanlopen uit de richting van genoemde percelen en
stapt als bijrijder in de [kenteken] . Kort hierop komt een vrouw, nader te noemen NN4, aanlopen en stapt achter in de [kenteken] , waarna deze vertrekt.
14.46 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op het [locatie 4] te Boxmeer. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 stappen uit en lopen weg in de richting van [flat] , gelegen [adres 3] te Boxmeer. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 gaan genoemde flat binnen.
14.50 uur: NN2, [medeverdachte 1] en NN4 verlaten genoemde flat via de achterzijde en
lopen weg in de richting van de [adres 3] . Verderop proberen zij nog bij een portiek van een flat binnen te komen, maar hier komen zij niet binnen.
15.13 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op [locatie 5] te Boxmeer. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 stappen uit en lopen een rondje om Zorgcentrum Symfonie- Pantein, gelegen Weijerstate 1 te Boxmeer. Vervolgens stappen allen weer in de
[kenteken] en vertrekken.
15.33 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op de Veerstraat te Boxmeer. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 stappen uit en lopen weg in de richting van [woonvoorziening 1] , gelegen [adres 4] te Boxmeer. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 gaan na aanbellen het genoemde complex binnen.
16.21 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op [locatie 6] te Cuijk. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 stappen uit en gaan vervolgens het complex binnen alwaar perceel [adres 5] is gelegen. De drie personen staan voor de deur van [adres 5] op de bovenste etage, [medeverdachte 1] kijkt richting de straatzijde.
16.40 uur:NN2, [medeverdachte 1] en NN4 verlaten [adres 5] en lopen weg in de richting van de [kenteken] . Allen stappen in de [kenteken] waarna deze vertrekt.
17.10 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op [locatie 7] te Cuijk. NN2, [medeverdachte 1] en NN4 stappen uit en lopen weg in de richting van het portiek [complex] . Kort hierop komen zij weer teruglopen, stappen in de [kenteken] en vertrekken.
17.34 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op [locatie 8] te Grave. NN2, [medeverdachte 1] en NN4, stappen uit en gaan [woonvoorziening 2] , gelegen [adres 6] te Grave binnen.
18.01
uur: NN2, [medeverdachte 1] en NN4 verlaten genoemd complex, stappen in de
[kenteken] en vertrekken.
18.45 uur: De [kenteken] wordt geparkeerd op [locatie 9] te 's -Hertogenbosch.
19.00 uur: NN2, [medeverdachte 1] en NN4 verlaten [woonvoorziening 3]
100 - 536, stappen in de [kenteken] en vertrekken.
19.09 uur: NN2, [medeverdachte 1] en NN4 worden aangehouden door verschillende
politie eenheden op de N279 te 's -Hertogenbosch.
4. het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 april 2022, voor zover inhoudende (p. 329 t/m 349):
Ik, opsporingsambtenaar, verklaar het volgende:
Naar aanleiding van de verdenking zoals verwoord in het proces-verbaal DH2R022017-2 is opnameapparatuur geplaatst in de grijze Opel Corsa met kenteken [kenteken] die op naam van verdachte [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1] ) staat. Op 22 maart 2022 zijn in het voertuig opnamen vertrouwelijke communicatie gemaakt, die door een beëdigd tolk zijn beluisterd en vertaald. In de letterlijke uitwerking van de gesprekken is te lezen dat er drie personen (twee vrouwen en een man) in de auto zitten en dat zij vrijwel voortdurend spreken over (bejaarden-)woningen waar zij naar binnen kunnen gaan om 'toe te slaan'. Te lezen is dat de auto vanaf 14:36 uur rond rijdt. Er wordt gesproken over waar bejaarden wonen en waar ze naar binnen zouden kunnen. Om 15.12 uur stappen de personen uit de auto, om vervolgens om 15.22 uur weer in te stappen. Wederom wordt er gesproken over flats, huizen en bejaarden. Kennelijk wordt er getwijfeld om een pand binnen te gaan, want er wordt gezegd dat er zeker iets te halen valt, maar dat er mogelijk mensen zullen zijn. Ook wordt er gesproken over wat ze kunnen zeggen wanneer ze binnen mensen tegenkomen, dan zouden ze een folder pakken of iets kunnen vragen. Rond 15.32 stappen de personen uit de auto, waarna ze om 15.56 weer in de auto stappen. Kennelijk zijn ze ook daadwerkelijk in een of meer woningen geweest, omdat er gesproken wordt over iemand die er aan kwam en die hen zag. Mogelijk is er iets uit een woning meegenomen, want er wordt gesproken over of iets van goud is en een van de vrouwen vraagt of zij het mag zien. Ook wordt er gesproken over waar ze hadden moeten kijken, bijvoorbeeld bij de balie als je naar binnen gaat. Daar zouden mogelijk pakketjes geld liggen. Omstreeks 16.21 uur komen de personen in de auto aan bij andere woningen waar ze het willen proberen en verlaten zij de auto weer. Om 16.41 uur stappen zij weer in de auto, waarbij een van de vrouwen zegt dat zij 50 euro gevonden heeft. Er wordt daarnaast gesproken over 20-30 gram goud. Het kostte kennelijk veel moeite om de deur open te krijgen, er wordt gesproken over een Labello, een pasje en een voet die hiervoor ingezet kunnen worden. Ook wordt er gezegd dat het in Nederland lastiger is om nieuwe woningen open te krijgen. In Duitsland ging een van de vrouwen veel naar flats, die zijn gemakkelijk te openen. Zij kon dat zonder hulp, hier lukt het niet alleen. Ook zegt dezelfde vrouw dat zij niet van de Albert Heijn steelt. Ze gaat naar de Blokker of de Lidl, waar ze geen camera's hebben. Ze gaat naar plekken waar spulletjes zijn, eten steelt ze niet. Terwijl de personen in de auto zitten rijden zij kennelijk langs enkele plaatsen die zij herkennen als plekken waar zij eerder gestolen hebben. Nog steeds worden er tactieken besproken. Er wordt nog een keer uitgestapt, waarbij het kennelijk niet gelukt is om een woning in te gaan. Wel wordt er afgesproken dat ze daar later nog eens terug gaan komen. Omstreeks 18.49 uur wordt er nogmaals uitgestapt, waarna de personen om 19.04 uur weer de auto in stappen. Ze praten dan met opgewonden stemmen en hebben het over pasjes die doorgeknipt moeten worden en spullen - waaronder een ketting - die uit het raam gegooid moeten worden. Er wordt besproken dat ze, als er gevraagd wordt wat ze daar deden, zullen zeggen dat ze parket kwamen ophalen via marktplaats. De personen zijn op de foto gezet en de auto ook, ze zijn daar boos over. Kort hierna worden ze aangehouden, waarbij nog direct door een van de vrouwen wordt gezegd dat ze zwanger is, dat ze geplast heeft en dat ze niets gedaan hebben, dat ze parket aan het zoeken waren.
14:36u
NNV1: waar zijn de bejaarden, overal wordt het aangegeven, en je wordt rechtstreeks daarnaartoe gebracht.. dit zijn niet 55 plus… een normale flat. Dit is goed [medeverdachte 2]
14:41u
NNV2: Die oude vrouw komt daarvandaan.. van de bejaarden… ze kwam van hier
15:07
NNV1: wat een huizen en je vindt niets binnen ... deze [ntv] weet je, en dat wisten wij niet.. het pasje, bijna kapot gemaakt ze hebben getrokken/geschoven... wacht [medeverdachte 2] , hier is het niet goed ...ga rechtdoor... de mensen uit de woningen zien je..
15:22u
NNV1: ga verder zoeken, er zijn nog meer hier (…) zie je die oudjes
15:27u
NNV2: hier durf je niet te parkeren.. we parkeren verderop waar we vandaan kwamen en lopen hierheen (…)
NNV1: dat huis is naar mijn zin (…)
NNV2: ik ben niet bang om hier bij deze mensen binnen te gaan.. ben niet bang dat ze me pakken. Ik heb vaker toegeslagen. je kunt makkelijk bij ze toeslaan.
NNV1: kom, we proberen
NNV2: Proberen kost niets toch? Ik ga vaak binnen en neem een folder, vraag iets.. lieg.. [stappen uit]
15:56u
NNV1: meid, wat moesten we doen...die mensen kwamen/draaiden naar me toe
NNV2: het is niet je schuld.. helemaal niet.. je deed [ntv] open en ‘zij’ kwam eraan, het is niet je schuld (…) ik praat met die mensen, zo doe ik dat.. zodat ze niet gaan schreeuwen, dat ze niets doen
NNV1: is het goud?
NNV2: zoals ik het kan zien (…) ik denk dat het van goud is (…)
NNV2: hadden wel [kunnen] vinden .... ik zag de doos, als je die had geopend had je het goud gevonden... in de eerste woning waar de [ntv] was, daar was alles, geloof me...
NNM: Heb je het gezien?
NNV2: Nee... het was in de andere kamer.. die stond open ... ik heb de deur geopend, geluisterd, die vrouw was verder... de [ntv] zag ik, wilde die weghalen… ik dacht wat moet ik doen, ik heb het geprobeerd... waar zij zocht had je sowieso gevonden... maar goh... ze stond op! zolang ze in de woonkamer heeft gezocht, stond ze niet op.
16:01u
NNV2: kamers open (…) al hadden we 100 euro in elk gevonden, was het 1000 euro
NNV1: zag je er was een balie als je naar binnen gaat… daar hadden we moeten kijken, daar vind je pakketjes met geld
16:11u
NNV2: ik dacht dat die vrouw de knop heeft ingedrukt omdat ze je had gezien. Die vrouw stond op om te kijken, als ik hen zie, dan ga ik met ze praten (…)
NNV1: er waren geen camera’s
16:16
NNV1: daar wonen oudjes die hebben gewone woningen (…) daar.. kijken of het bejaarden zijn
16:21u
NNV1: kom we proberen in deze flats/woningen, als het lukt, lukt het en anders niet
16:41u
NNV2: ik heb 50 euro gevonden, [medeverdachte 2] 20-30 gr goud (…)
NNV1: zag je hoeveel moeite je moet doen om die te openen?
NNV2: ja als je je voet doet/gebruikt, heb je werk om ze te openen
NNV1: ik heb een Labello nodig
NNV2: de labello en de voet [ntv] die je het pasje los geeft binnen, anders maak je het niet open
16:46u
NNV2: we moeten kijken waar ze naartoe gaan, naar de flat, naar de villa..(in Nederland, geloof me [ntv] die oudere types gaan makkelijker open maar de nieuwe kun je moeilijker openen/breken…nu ga ik meer naar woningen/appartementen, omdat het moeilijk was om het te openen … in Duitsland ging ik veel naar flats, die zijn makkelijk te openen, plastic
17:12u
NNV1: ja kijk nog verder... waar we niet geweest zijn
NNV2: Grave
NN1: (…) we gaan naar steden/plaatsen, bejaardenhuizen…als ze eten, dan slaan we toe…
18:03
NNV1: dat huis/woning vond ik goed/beviel me zodra ik die woning zag
NNV2: ze had oorbellen
NNV1: we komen terug! Ok?
NNV2: ja
NNV1: bij de eerste en tweede waar we geweest zijn, hadden we het open kunnen krijgen (…) kijk de eerste die had je geopend
18:45
NNV1: we gaan proberen
19:04
NNV1: [met opgewonden stem] stomme jongen (…) wacht, we moeten het pasje snijden/doorknippen
NNV2: knip/snijd.. zal ik die ketting weggooien?
NNM: gooi alles weg
NNV1: hier meid knip
5. het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 juni 2022, voor zover inhoudende (p. 546):
Ik, verbalisant, verklaar het volgende:
Zoals omschreven in het proces-verbaal van bevindingen DR2R022017-200 werd het voertuig, de Opel Corsa met [kenteken] , voorzien van opnameapparatuur. Op 22 maart 2022 werden er opnames gemaakt van de vertrouwelijke communicatie die in het voertuig plaats vond. In het voertuig bleken [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] aanwezig te zijn.
De gesprekken die zij op 22 maart 2022 met elkaar voerden werden vervolgens letterlijk uitgewerkt door een beëdigde Roemeense tolk.
Nnvl kon worden geïdentificeerd als [medeverdachte 1] .
Nnv2 kon worden geïdentificeerd als [verdachte] .
Nnm man kon worden geïdentificeerd als [medeverdachte 2] .
6. Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking Opel Corsa ( [kenteken] ), opgemaakt op 24 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 281 t/m 287):
Wij, verbalisanten, verklaren het volgende:
Op dinsdag 22 maart 2022 werd de verdachte [medeverdachte 1] , geboren 21 oktober 1981, samen met twee andere personen aangehouden. Tevens werd haar grijze Opel Corsa voorzien van het [kenteken] voor waarheidsvinding in beslag genomen. Op donderdag 24 maart 2022 hebben wij, verbalisanten, de inbeslaggenomen Opel Corsa op grond van artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering doorzocht. Ik, verbalisant, trof op de grond voor de rechter voorstoel een stuk plastic aan. Ik zag dat het het bovenste stuk van een plastic drinkflesje was. Dit bovenste deel van het flesje bleek te zijn afgeknipt. Ambtshalve is mij, verbalisant, bekend dat men dergelijke flesjes op deze wijze open knipt waardoor er een zogenoemde 'flipperkaart' ontstaat. Een dergelijke flipperkaart wordt tijdens woninginbraken doorgaans gebruikt voor het flipperen van een slot.