ECLI:NL:RBDHA:2022:10078
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure betreffende gehandicaptenparkeerkaart
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een bestuursrechtelijke procedure. Verzoeker, die lijdt aan meerdere medische aandoeningen, had een aanvraag ingediend voor (verlenging van) een Europese gehandicaptenparkeerkaart. Deze aanvraag was door de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek afgewezen op basis van een advies dat stelde dat de medische afwijkingen genormaliseerd waren. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 17 mei 2022, die via een beeldverbinding plaatsvond, heeft verzoeker nieuwe medische informatie overgelegd die zijn situatie in een ander licht stelde. De voorzieningenrechter heeft de ISD Bollenstreek in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, nadat verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening had ingetrokken omdat de ISD had aangegeven alsnog een gehandicaptenparkeerkaart te verstrekken. De ISD weigerde echter de proceskosten te vergoeden, stellende dat het bestreden besluit correct was op basis van de toen beschikbare gegevens.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de nieuwe medische informatie, die na het bestreden besluit naar voren is gekomen, niet kan worden aangemerkt als een tegemoetkomen door de ISD. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.