ECLI:NL:RBDHA:2022:10050

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2022
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
AWB 22/509
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugkeerbesluit en procesbelang in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.S. Yap, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 16 januari 2022 was genomen. Dit besluit hield in dat aan eiser een terugkeerbesluit was uitgevaardigd. Tijdens de zitting op 22 september 2022 zijn eiser en zijn gemachtigde echter niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel had laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. C.W.M. van Breda.

De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. In de uitspraak werd geconcludeerd dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk was. Dit was gebaseerd op het feit dat eiser inmiddels uit Nederland was vertrokken, waardoor het terugkeerbesluit zijn werking had verloren. De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang meer had bij een rechtmatigheidstoets van het terugkeerbesluit, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen vier weken na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 22/509
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 16 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser een terugkeerbesluit uitgevaardigd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2022 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Gebleken is dat eiser uit Nederland is vertrokken. Daardoor heeft het terugkeerbesluit zijn werking verloren. Eiser heeft om die reden geen procesbelang meer bij een rechtmatigheidstoets van het terugkeerbesluit.
2. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 september 2022 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.