Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eisende partij sub 1a] en [eisende partij sub 1b] te [plaats 1] ,
[eisende partij sub 2]te [plaats 2] ,
[eisende partij sub 3a]en
[eisende partij sub 3b]te [plaats 2] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die op 9 september 2021 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben eisers, bestaande uit meerdere partijen, een kort geding aangespannen tegen Catsheuvel B.V. De eisers vorderen dat Catsheuvel wordt veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de juridische levering van onroerend goed, dat zij hebben gekocht op basis van koopovereenkomsten. De eisers stellen dat Catsheuvel in gebreke is gebleven om de levering te effectueren, ondanks dat de ontbindende en opschortende voorwaarden uit de koopovereenkomsten zijn uitgewerkt. Catsheuvel heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat het door een hypotheekrecht en conservatoir beslag momenteel onmogelijk is om te leveren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Catsheuvel, ondanks de belemmeringen, niet aannemelijk heeft gemaakt waarom zij niet tot levering kan overgaan. De rechter heeft geoordeeld dat Catsheuvel verplicht is om de percelen grond en appartementsrechten vrij van hypotheken en beslagen te leveren. Tevens is een dwangsom opgelegd van € 250 per dag, tot een maximum van € 25.000, voor iedere dag dat Catsheuvel in gebreke blijft. De vordering tot betaling van een contractuele boete is afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat Catsheuvel in verzuim is geweest.
De rechter heeft verder bepaald dat Catsheuvel de proceskosten moet vergoeden, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van partijen in koopovereenkomsten en de noodzaak om juridische leveringen tijdig te effectueren, vooral in situaties waar hypotheken en beslagen een rol spelen.