ECLI:NL:RBDHA:2021:9921

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
C/09/578348 / FA RK 19-5875
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en DNA-onderzoek in familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 september 2021 een beschikking gegeven inzake de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man, [Y], over de minderjarige, [minderjarige]. Het verzoekschrift is ingediend door [X], de moeder van de minderjarige, en betreft een DNA-onderzoek dat is uitgevoerd door Verilabs. De rechtbank heeft eerder een deskundige benoemd om vragen te beantwoorden over de procedure van DNA-afname en de bruikbaarheid van het DNA-monster. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afname van het DNA op de Nederlandse ambassade in de Filipijnen heeft plaatsgevonden, waarbij de identificatie van de betrokkenen zorgvuldig is uitgevoerd. De rechtbank heeft de bezwaren van de man tegen het DNA-onderzoek, waaronder de accreditatie van de afnemer, verworpen en geconcludeerd dat het DNA-onderzoek voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid en betrouwbaarheid. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap toegewezen, waarbij is vastgesteld dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Tevens is de moeder veroordeeld in de kosten van het deskundigenonderzoek, dat € 930,-- bedraagt. Het verzoek om de achternaam van de minderjarige te wijzigen is afgewezen, omdat volgens het Filipijnse recht de minderjarige de achternaam van de moeder dient te dragen. De rechtbank heeft de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd, nu de vertegenwoordiging van de minderjarige niet meer nodig is.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 19-5875
Zaaknummer: C/09/578348
Datum beschikking: 10 september 2021

Gerechtelijke vaststelling vaderschap

Beschikking op het op 1 augustus 2019 ingekomen verzoekschrift van:

[X]

verzoekster,
wonende te [woonplaats 1] , Filipijnen,
advocaat: mr. R.G. Groen te ‘s-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[Y] ,

de man,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: voorheen mr. J.T. van Loenen te ’s-Gravenhage, thans mr. J.J. Boelaars te Rotterdam,
en

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2015 te [geboorteplaats 1] , Filipijnen,

de minderjarige,
in rechte vertegenwoordigd door mr. M.N.G.N.H. Brech, advocaat te ‘s-Gravenhage,
in de hoedanigheid van bijzondere curator.

Procedure

Bij beschikking van 5 maart 2021 van deze rechtbank is de eerder bij beschikking van 2 maart 2020 van deze rechtbank benoemde deskundige verbonden aan Verilabs Nederland BV verzocht de volgende vragen te beantwoorden:
Kunt u een beschrijving geven van de procedure tot afname van het DNA van de minderjarige: [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2015 te [geboorteplaats 1] , Filipijnen, op de Nederlandse ambassade te [plaatsnaam] , Filipijnen?
Gebeurt de afname van het DNA door een ISO 17025 geaccrediteerde medewerker, zo ja waaruit blijkt dat, zo nee waarom niet;
Is het DNA-monster van de man nog bruikbaar na 3 maanden?
Voorts is bij de beschikking van 5 maart 2021 bepaald dat hangende de procedure het ten laste van ’s-Rijks kas betaalde deel van de kosten van de beantwoording van deze vragen voorlopig aan verzoekster in debet zal worden gesteld en bepaald dat de deskundige het schriftelijk antwoord op de vragen uiterlijk op 15 april 2021 naar de griffie zal zenden. Ten slotte is iedere verdere beslissing ten aanzien van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, de achternaam van de minderjarige, de (subsidiair verzochte) inschrijving van de geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage en de kosten van deze procedure en van het deskundigenonderzoek aangehouden.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
˗ het F9-formulier van 31 maart 2021 van de zijde van de man;
˗ de antwoorden van Verilabs d.d. 12 april 2021 op de hierboven genoemde vragen van de rechtbank;
˗ het F9-formulier van 7 juni 2021 van de bijzondere curator;
˗ de brief van 10 juni 2021 van de zijde van de verzoekster;
˗ de brief van 25 juni 2021 van de zijde van de man;
˗ de brief van 28 juni 2021 van de zijde van verzoekster;
˗ de brief van 13 juli 2021, met bijlagen, van de zijde van de man.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij haar eerdere beschikkingen in de onderhavige procedure van 2 maart 2020 en 25 mei 2020 en in genoemde beschikking van 5 maart 2021 is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Gerechtelijke vaststelling vaderschap
Omdat de man een aantal bezwaren heeft ten aanzien van het DNA-deskundigen rapport heeft de rechtbank Verilabs aanvullende vragen voorgelegd, die als volgt zijn beantwoord.
Antwoord op vraag 1:

De identificatie en de afname van lichaamsmateriaal van de minderjarige [minderjarige] is uitgevoerd op de Nederlandse ambassade te [plaatsnaam] . Hierbij waren aanwezig [naam 1] , MD ( [volledige naam] voor de afname en als getuige [naam 2] . Er is de procedure van de ambassade gevolgd die afgestemd is met Verilabs. Dat houdt in, dat de formulieren van Verilabs gebruikt zijn voor toestemming en documentatie van de afname en dat er foto’s gemaakt zijn van de legitimatiebewijzen en de deelnemers. Het rapport van Verilabs documenteert hierdoor zo transparant mogelijk wie er daadwerkelijk bij de afname is geweest en welk document is voorgelegd tijdens de afname. Dit is een standaard procedure voor verwantschapstesten waarbij deelnemers zich in het buitenland bevinden.”
Antwoord op vraag 2:
“In afstemming met het ministerie van buitenlandse zaken wordt DNA-materiaal afgenomen conform de regels/procedure met betrekking tot rechtsgeldige DNA-afname door ervaren ambassademedewerkers en gekwalificeerde artsen. Dit valt buiten de accreditatie van Verilabs maar de werkwijze is praktisch dezelfde. Om de invloed van deze de afwijking zo gering mogelijk te houden is een foto van de deelnemers in de bijlage I van het rapport opgenomen. Ook was bij de afname een getuige aanwezig.
De afname door de arts op de ambassade is niet geaccrediteerd volgens de ISO norm 17025. Onder punt 7 in het rapport is daarom een afwijking van onze standaardprocedure opgenomen. Dit gebeurt alleen als de afname niet zelf door Verilabs gedaan kan worden.”
Antwoord op vraag 3:
“Het DNA-monster is nog bruikbaar na drie maanden. Het DNA-sample van de man, afgenomen op 30 juni 2020 op locatie van Verilabs in [plaatsnaam in Nederland] heeft begin januari 2021 een duidelijk resultaat opgeleverd. DNA is een stabiel molecuul. Er is geen sprake van een houdbaarheidsdatum. Een DNA-sample dat droog en donker bewaard is kan door Verilabs ook vele jaren na de afname nog geanalyseerd worden zonder dat dit invloed heeft op het resultaat.”
De bijzondere curator heeft aangegeven dat zij geen reden heeft om aan de juistheid van de uitslag van het verwantschapsonderzoek te twijfelen. Volgens de bijzondere curator blijkt uit het nadere bericht dat de samples van verzoekster en de minderjarige door een arts in aanwezigheid van een getuige op de ambassade zijn afgenomen. Ook geven volgens haar de foto’s die gemaakt zijn van verzoekster en de minderjarige geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het onderzoek.
Verzoekster heeft aangegeven dat zij de beantwoording van de vragen van Verilabs helder en consistent vindt en dat zij geen enkele aanleiding heeft om te twijfelen aan de DNA-rapportage en evenmin aan de zorgvuldige wijze waarop die tot stand is gekomen.
De man heeft de juistheid van het DNA-onderzoek betwist. De man heeft onder meer gesteld dat de afname niet door een ISO 17025 geaccrediteerde medewerker is gedaan en veel vraagtekens gezet bij het vervoer en het bewaren van de DNA-monsters. Daarnaast heeft de man gesteld dat de foto’s die gemaakt zijn van verzoekster en de minderjarige onvoldoende duidelijk zijn en dat er geen geldig legitimatiebewijs is gebruikt van verzoekster en de minderjarige.
De rechtbank stelt voorop dat een DNA-deskundigenrapport in elk geval aan de volgende twee algemene eisen dient te voldoen, te weten een zorgvuldige en verifieerbare identificatie van de te onderzoeken personen en ondertekening van de testresultaten door een persoon met een daartoe relevant studie (arts of medisch bioloog), die aldus de conclusies van het DNA-onderzoek voor zijn rekening neemt.
Uit het DNA-deskundigenrapport en de antwoorden van Verilabs op de nadere vragen volgt dat het DNA-onderzoek voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De moeder is geïdentificeerd aan de hand van een Filipijns Unified Multi-Purpose ID voorzien van haar foto. De minderjarige is geïdentificeerd aan de hand van een jeugdzorgpas waarop haar naam en een foto is geplaatst. De omstandigheid dat de man de minderjarige niet vindt lijken op de eerder in het geding gebrachte foto’s is te verklaren uit het feit dat de minderjarige ouder is geworden. De enkele omstandigheid dat de geboortedatum op de jeugdzorgpas ontbreekt doet geen afbreuk aan de constatering door de deskundige dat hij heeft geverifieerd dat het DNA is afgenomen van de betrokken minderjarige. Het DNA is afgenomen door een arts, te weten [naam 1] , MD. De omstandigheid dat hij niet geaccrediteerd is volgens de IS- norm 17025, brengt niet mee dat de afname van het DNA daarom onzorgvuldig of onbetrouwbaar is. Verilabs heeft voldoende onderbouwd welke procedure wordt gevolgd indien de afname van DNA in het buitenland op een ambassade plaatsvindt in plaats van op de eigen vestiging. Er is niet gebleken dat in strijd met de in dat verband geldende regels en procedure is gehandeld.
Het DNA-onderzoek heeft bij Verilabs zelf plaatsgevonden. Verilabs heeft voldoende toegelicht dat een DNA-sample van de man nog bruikbaar is na drie maanden en dat er geen sprake is van een houdbaarheidsdatum. Evenmin heeft Verilabs geconstateerd dat het DNA-sample uit de Filipijnen niet bruikbaar is voor onderzoek. Nadere informatie over het vervoer van het sample acht de rechtbank dan ook niet nodig.
De man is van mening dat het DNA-onderzoek niet kan kloppen omdat de vrouw al in maart 2015 zwanger zou zijn geweest, terwijl de man pas op 4 april 2015 in [plaatsnaam] bij de vrouw was. De man voert aan dat de vrouw steeds zelf heeft gesteld dat zij al op 18 maart 2015 zwanger was. De rechtbank gaat aan dit verweer voorbij. Uit het verslag van de arts [naam arts] , MD, is vermeld ‘March 18 – last menstrual period.’ De datum van de laatste dag van menstruatie wordt in de verloskunde aangehouden als start voor de berekening van de mogelijke bevallingsdatum, waarbij binnen een periode van 40 weken volgend op die dag de bevruchting van de eicel en ontwikkeling van de foetus plaatsvindt. Dit verslag van de arts Lao is in overeenstemming met de gegevens uit de echografie van 2 juli 2015. Hierin is de ‘Average Gestational Age 15 w1d’ vermeld. Teruggerekend vanaf 2 juli 2015 komt de periode van 18 weken en 1 dag uit op 18 maart 2015. Deze datum betekent dan ook niet dat de bevruchting op die dag heeft plaatsgevonden of dat de vrouw toen al zwanger was. De arts [naam arts] meldt verder in zijn verslag dat de ‘fertility period (
vruchtbare periode) - April 1st week’ is. Deze periode sluit aan bij de eigen stelling van de man dat hij en de vrouw geslachtsgemeenschap hebben gehad op of omstreeks 4 april 2015.
Aan het verweer van de man dat hij onmogelijk de verwekker van de minderjarige kan zijn, gaat de rechtbank dan ook voorbij.
Dat de man de verwekker van de minderjarige is wordt bevestigd door de Deskundigenrapportage Rechtsgeldig Verwantschapsonderzoek. Verilabs concludeert daarin dat het verwantschapsonderzoek bevestigend is en dat het praktisch bewezen is dat de persoon die geïdentificeerd is als [Y] de biologische vader is van de persoon geïdentificeerd als [minderjarige] .
De rechtbank zal, nu zij uitgaat van de juistheid van de deskundigenrapportage van Verilabs, het verzoek van verzoekster en van de bijzondere curator tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarige toewijzen.
Nu de aard van de zaak zich verzet tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de beschikking in zoverre, zal de rechtbank dit achterwege laten.
Kosten deskundigenonderzoek
Als uitgangspunt geldt dat de kosten van het onderzoek door verzoekster worden gedragen, nu zij degene is op wie de bewijslast rust. De rechtbank zal verzoekster daarom veroordelen in de kosten van het deskundigenonderzoek. De kosten van het door Verilabs uitgevoerde DNA-onderzoek bedragen € 930,-- inclusief 21% BTW. Verilabs heeft geen rekening ingediend voor de beantwoording van de naderhand door de rechtbank gestelde vragen.
Geslachtsnaam
Toepasselijk recht
De moeder heeft verzocht dat de minderjarige voortaan als achternaam [geslachtsnaam Y] zal dragen.
De man heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van verzoekster en sluit zich aan bij het standpunt van de bijzondere curator.
De bijzondere curator heeft het verzoek ten aanzien van de achternaam niet overgenomen omdat volgens artikel 176 Filipijnse Family Code buiten het huwelijk geboren kinderen de achternaam van de moeder dragen.
Op grond van artikel 10:19 BW wordt de geslachtsnaam van de minderjarige bepaald naar het Filipijnse recht nu de minderjarige de Filipijnse nationaliteit heeft.
Vast staat dat de moeder en de man niet zijn gehuwd (geweest) en dat de minderjarige zodoende buiten het huwelijk is geboren.
Uit artikel 165 in samenhang met artikel 178 Philippine Family Code volgt dat de minderjarige in die situatie de achternaam van de moeder draagt.
De door de moeder aangehaalde artikelen 175, 174 in samenhang met artikel 172 Philippine Family Code zien op de geslachtsnaam van gewettigde kinderen. Dit is niet aan de orde nu niet is gebleken dat de minderjarige is gewettigd. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
Inschrijving van de geboorteakte
Nu het verzoek van verzoekster tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarige wordt toegewezen, komt de rechtbank niet toe aan de
subsidiairverzochte inschrijving van de geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.
Proceskosten
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren als hierna vermeld.
Bijzondere curator
Uit de te nemen beslissing volgt dat vertegenwoordiging van de minderjarige door de bijzondere curator in deze procedure niet meer nodig is. De rechtbank beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd.

Beslissing

De rechtbank:
*
stelt vast het vaderschap van:
[Y] , geboren op [geboortedatum 2] 1952 op [geboorteplaats 2] , Nederlandse Antillen,
over:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2015 te [geboorteplaats 1] , Filipijnen,
uit:
[X] geboren op [geboortedatum 3] 1988 te [geboorteplaats 3] , Filipijnen.
*
veroordeelt verzoekster in de kosten van het deskundigenonderzoek en veroordeelt verzoekster aan de griffier van deze rechtbank te voldoen € 930,-- voor het uitgevoerde DNA- deskundigenonderzoek voor ingevolge artikel 199 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorlopig in debet gestelde deskundigenkosten;
bepaalt dat betaling aan de griffier dient te geschieden middels betaling van een door verzoekster te ontvangen factuur, afkomstig van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR),
binnen twee weken na ontvangst daarvan;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
*
wijst af het meer of anders verzochte;
*
beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door P. Lahman als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 september 2021.