Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die de Turkse nationaliteit bezit, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor de afgifte van een verblijfsdocument op basis van zijn verblijf als gemeenschapsonderdaan, met de stelling dat hij als verzorgende ouder van zijn twee minderjarige kinderen in Nederland wilde verblijven. De staatssecretaris had de aanvraag echter afgewezen, omdat eiser volgens hem niet voldoende had aangetoond dat hij daadwerkelijke zorg- en opvoedingstaken verrichtte voor zijn kinderen en dat er geen zodanige afhankelijkheidsrelatie bestond dat de kinderen gedwongen zouden worden het grondgebied van de EU te verlaten indien aan eiser geen verblijfsrecht werd verleend.
Tijdens de zitting op 10 juni 2021 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij wel degelijk zorg- en opvoedingstaken verrichtte en dat de kinderen jong zijn en hun beide ouders nodig hebben. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank heeft de overgelegde stukken, zoals verklaringen van familieleden en documenten van de school en huisarts, als onvoldoende beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een afgeleid verblijfsrecht op basis van het arrest Chavez-Vilchez van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De rechtbank heeft ook het argument van eiser dat de hoorplicht was geschonden verworpen, omdat er geen reden was om aan te nemen dat de bezwaren tot een ander besluit zouden leiden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.