ECLI:NL:RBDHA:2021:9775
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J.P. Bosman
- J.C. de Grauw
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens te vroege ingebrekestelling in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser had op 18 mei 2020 digitaal beroep ingesteld, omdat verweerder niet tijdig had beslist. Verweerder diende op 2 juni 2020 een verweerschrift in. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank constateert dat eiser geregistreerd staat als [A], geboren op [geboortedag] 1949 en van Indiase nationaliteit. Volgens artikel 6:2 van de Awb wordt het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld met een besluit, waardoor beroep openstaat. Eiser heeft verweerder op 29 april 2020 schriftelijk in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling te vroeg is verzonden. Dit komt doordat de beslistermijn op 24 april 2020 was verstreken, maar er was overmacht opgetreden van 16 maart 2020 tot 16 mei 2020, waardoor de termijn voor het nemen van een besluit was opgeschort.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk op grond van artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb, omdat de ingebrekestelling tijdens de overmachtsperiode is verzonden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. J.C. de Grauw, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na bekendmaking.