ECLI:NL:RBDHA:2021:9766

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
3 september 2021
Zaaknummer
21_836
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Op 15 september 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende te [woonplaats], en de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. Eiser had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 18 december 2020. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 49,-. Eiser heeft op 22 maart 2021 een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de rechtbank heeft op 1 april 2021 om nadere onderbouwing gevraagd. Eiser heeft echter geen aanvullende stukken overgelegd.

Op 3 juni 2021 heeft de griffier eiser herinnerd aan de betaling van het griffierecht en hem de gelegenheid gegeven om dit binnen vier weken te voldoen. Eiser heeft het griffierecht echter niet tijdig betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E. Kouwenhoven, rechter, in aanwezigheid van F.J. Leegstraten, griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 september 2021. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 21/836

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),
en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 18 december 2020 beroep ingesteld.

Overwegingen

1. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
2. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 49,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of moet zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. Bij brief van 22 maart 2021 heeft eiser een beroep op betalingsonmacht gedaan ter zake van het verschuldigde griffierecht. Omdat uit die brief niet blijkt dat het inkomen van eiser ontoereikend zou kunnen zijn om het griffierecht te kunnen betalen en onbekend is of hij over vermogen beschikt, heeft de rechtbank bij brief van 1 april 2021 gevraagd binnen twee weken het beroep op betalingsonmacht met nadere stukken te onderbouwen. Eiser heeft geen nadere stukken overgelegd waaruit blijkt dat sprake is van betalingsonmacht. De rechtbank heeft daarom bij brief van 22 april 2021 het beroep op betalingsonmacht afgewezen en meegedeeld dat eiser voor de betaling van het griffierecht een nieuwe nota ontvangt.
4. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 3 juni 2021 eiser eraan herinnerd dat hij € 49,- griffierecht moet betalen (de herinnering) en in de gelegenheid gesteld het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de herinnering te betalen. Tevens is eiser erop gewezen dat bij niet of niet tijdig betalen van het griffierecht het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Voorts is meegedeeld dat indien een beroep op betalingsonmacht is afgewezen hierop niet opnieuw een beroep kan worden gedaan. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de herinnering op 8 juni 2021 is afgehaald van de afhaallocatie. Het tweede beroep op betalingsonmacht van 9 juni 2021 zonder stukken aangaande het inkomen dan wel vermogen van eiser is gelet op voorgaande niet in behandeling genomen.
5. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
7. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Kouwenhoven, rechter, in aanwezigheid van
F.J. Leegstraten, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
15 september 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.