3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
Ten aanzien van dagvaarding I, feit 1 en feit 2:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2018236759, van de politie eenheid Den Haag, district Leiden - Bollenstreek, basisteam Leiden-Noord, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 18).
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , opgemaakt op 31 augustus 2018, voor zover inhoudende (p. 3 - 4):
Op 31 augustus 2018 liep ik het pand uit van de [naam kliniek] gevestigd te Oegstgeest. Ik zag dat een cliënt, genaamd [verdachte] , op mij af kwam lopen. Ik zag dat hij op de achterruit van mijn auto sloeg. Ik zag dat hij met zijn gebalde rechtervuist mij een stomp gaf op mijn linkerschouder. Het deed kortstondig pijn. Ik hoorde hem tegen mij schreeuwen: “Ik maak je dood, ik maak je af.” Ik voelde me op dat moment erg bedreigd en dacht dat [verdachte] zijn dreigementen waar zou maken. Ik hoorde [verdachte] van alles naar mij schreeuwen.
2. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 1 september 2018, voor zover inhoudende (p. 14 - 16):
Ik heb [slachtoffer 1] aangeraakt. Ik heb gezegd: “Kijk [slachtoffer 1] , daar liggen kogelhulzen, van uzikogels. Die liggen daar gewoon. Die zijn voor jou bedoeld.” (…) Ik heb [slachtoffer 1] gepakt. Ik deed dit, omdat ik met hem wilde praten. Ik was pissig.
Ten aanzien van dagvaarding II:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2018114579, van de politie eenheid Den Haag, district Leiden - Bollenstreek, basisteam Leiden-Noord, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 28).
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , opgemaakt op 2 mei 2018, voor zover inhoudende (p. 4 - 5):
Ik was op 28 april 2018 aan het werk bij de [naam kliniek] te Oegstgeest. Mijn collega [getuige 1] was met [verdachte] in gesprek. Ik ben naast [verdachte] gaan zitten. Hij was zich echt boos aan het maken. Ik zag dat [verdachte] op mijn collega afliep. Ik heb [verdachte] bij zijn arm gepakt. Ik zag en voelde dat [verdachte] met zijn linkerhand mijn schouder beetpakte. Hij pakte mijn rechterschouder met kracht vast. Ik zag dat [verdachte] zijn been omhoog deed en met kracht tegen mijn linkerbeen aan trapte. Ik voelde op dat moment pijn in mijn linkerbovenbeen. De volgende dag voelde ik dat ook mijn schouder pijn deed.
2. Geschriften, te weten foto’s gevoegd bij de aangifte van [slachtoffer 2] (p. 7-8) en de eigen waarneming van de rechtbank, gedaan op de terechtzitting van 17 augustus 2021, voor zover inhoudende:
Bij de aangifte van [slachtoffer 2] is als bijlage een aantal foto’s van het letsel gevoegd. De rechtbank heeft geconstateerd dat op die foto’s bloeduitstortingen te zien zijn op de schouder, de arm en het been van [slachtoffer 2] .
3. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] , opgemaakt op 20 juni 2018, voor zover inhoudende (p. 9 - 10):
Ik was op 28 april 2018 aan het werk bij [naam kliniek] te Oegstgeest. Ik was in gesprek met een patiënt, [verdachte] . Ik zag dat [verdachte] mijn collega [slachtoffer 2] bij haar arm beetpakte. Ik zag dat mijn collega in een rare houding gedraaid werd door de kracht die [verdachte] op haar schouder/arm uitoefende. Ik zag dat er een trap van [verdachte] , met kracht, tegen het linkerbovenbeen van [slachtoffer 2] aankwam. Ik zag dat [slachtoffer 2] pijn had aan haar linkerbeen en hoorde haar dit ook zeggen.
4. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , opgemaakt op 23 september 2018, voor zover inhoudende (p. 12):
Ik was aan het werk op 28 april 2018 in de [naam kliniek] in Oegstgeest. Ik zag dat [verdachte] een trap gaf tegen het linkerbovenbeen van een collega, [slachtoffer 2] .