ECLI:NL:RBDHA:2021:9626

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
31 augustus 2021
Zaaknummer
NL21.9649
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst en indirect refoulement

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. N. Hamzaoui, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin was bepaald dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Dit besluit was genomen op 17 juni 2021. De verzoeker vreesde voor (indirect) refoulement en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 juli 2021 behandeld, waarbij de verzoeker zich liet vertegenwoordigen door mr. M.S. Yap als waarnemer van zijn gemachtigde. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL21.9648, al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. W.M.P. van Alphen, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.9649

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. P.R. Klaver),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Hamzaoui).

Procesverloop

Bij besluit van 17 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.9648, op 29 juli 2021 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.S. Yap, als waarnemer van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.9648, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.M.P. van Alphen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.