6.3Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft in een periode van tien dagen drie ontmoetingen met een veertienjarig meisje gehad, waarbij door hem ontuchtige handelingen bij haar zijn verricht, waaronder tweemaal seksueel binnendringen. Voorop staat dat een dergelijk feit in zijn algemeenheid als ernstig moet worden aangemerkt, ook indien de minderjarige zelf heeft ingestemd met de seksuele contacten. Door zijn seksuele handelingen heeft de verdachte ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het meisje. Dit doorkruist en verstoort een normale en gezonde seksuele ontwikkeling. Kinderen van een dergelijk jonge leeftijd kunnen de gevolgen van deze handelingen nog niet overzien. Ze dienen daarom hiertegen te worden beschermd.
Daarnaast heeft de verdachte in ieder geval bij het op de mond zoenen van het meisje en de eerste maal dat zij hem heeft gepijpt, enige vorm van dwang uitgeoefend. Hij heeft in beide gevallen namelijk haar hoofd vastgehouden, zonder zich ervan te vergewissen of zij deze seksuele handelingen wilde verrichten.
Van volwassen personen mag worden verwacht dat ze het overwicht dat ze op grond van hun leeftijd hebben op minderjarigen, niet misbruiken door met die minderjarige seksuele handelingen te verrichten en respect te hebben voor de integriteit van de zich nog ontwikkelende persoon. Daar komt bij dat de verdachte in de periode voor het tenlastegelegde de voetbaltrainer van het meisje is geweest. De verdachte heeft zich slechts laten leiden door de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften, zonder zich rekenschap te geven van de mogelijke schadelijke gevolgen hiervan voor het slachtoffer. Algemeen bekend is dat jeugdige slachtoffers van dergelijke zedendelicten in de regel nog geruime tijd de psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is aangedaan. Dit geldt temeer aangezien de verdachte enige dwang bij haar heeft uitgeoefend. Dit valt de verdachte aan te rekenen.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 15 juli 2021. Op 12 november 2020 is de verdachte veroordeeld voor ontucht met twee minderjarige meisjes. Ondanks deze veroordeling, waarbij tevens een voorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd met een proeftijd van twee jaren, heeft dit de verdachte er niet van weerhouden om wederom ontuchtige handelingen te verrichten bij een minderjarig meisje dat bovendien in hetzelfde voetbalteam zat als één van de slachtoffers van de eerdere zaak en van wie de verdachte in het verleden ook de voetbaltrainer was. Dit zal de rechtbank in strafverzwarende zin meewegen.
De persoon van de verdachte
Over de verdachte is een dubbelrapportage Pro Justitia verschenen op 3 augustus 2021, opgesteld door GZ-psycholoog drs. M.H. Keppel en psychiater dr. D.J. Vinkers. Doordat de verdachte niet heeft meegewerkt, kon de psychiater niet zelfstandig onderzoek doen en evenmin de onderzoeksvragen beantwoorden. De verdachte heeft wel meegewerkt aan het onderzoek van de psycholoog.
Uit de rapportage van de psycholoog blijkt dat bij de verdachte sprake is van een psychische stoornis in de vorm van een autismespectrumstoornis, een andere gespecificeerde parafiele stoornis – een seksuele voorkeur voor minderjarige meisjes van elf tot en met veertien jaar – en aanwijzingen voor een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met vermijdende, afhankelijke en borderline trekken. De verdachte heeft moeite om zich te verplaatsen in anderen en hij kan sociale situaties moeilijk overzien. Het is voor de verdachte daardoor lastiger om aansluiting te vinden en gelijkwaardige, wederkerige relaties op te bouwen met leeftijdgenoten. Genoemde stoornissen waren aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. De psycholoog kan niet vaststellen hoe en in welke mate de beschreven problematiek heeft doorgewerkt in het tenlastegelegde, zodat geen uitspraak wordt gedaan over de toerekenbaarheid. Wel lijkt het aannemelijk dat de parafiele stoornis een rol heeft gespeeld, indien het tenlastegelegde bewezen wordt verklaard, aldus de psycholoog.
Het risico op recidive wordt als matig tot hoog ingeschat. Belangrijke risicofactoren hierbij zijn dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een vergelijkbaar seksueel delict en dat direct na het afsluiten van de behandeling bij De Waag de verdachte opnieuw, binnen zijn proeftijd, met de politie in aanraking komt in verband met een vergelijkbare verdenking.
In geval van bewezenverklaring van het tenlastegelegde heeft behandeling in een ambulant
kader onvoldoende effect gehad. In dat geval wordt geadviseerd om een intensief klinisch behandeltraject in te zetten in een forensische kliniek waar expertise aanwezig is met betrekking tot autismespectrumproblematiek in combinatie met zedenproblematiek.
Ingeschat wordt dat een behandeling van zes tot twaalf maanden nodig zal zijn, waarna gewerkt kan worden aan een resocialisatietraject. Omdat de verdachte wil meewerken aan een klinisch traject, is het de verwachting dat het opleggen van bijzondere voorwaarden
voldoende is om het recidiverisico te verlagen. Het is wel van belang om een maximaal
reclasseringstoezicht op te leggen om hem langdurig te kunnen monitoren.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 augustus 2021. De reclassering adviseert net als de psycholoog bij een eventuele veroordeling een klinische opname en aansluitend ambulante behandeling en toezicht in de vorm van bijzondere voorwaarden met een proeftijd van vijf jaren. De overige bijzondere voorwaarden die worden geadviseerd, zijn: een meldplicht bij de reclassering, een contactverbod, het vermijden van contacten met minderjarigen en een verbod op bepaalde werkzaamheden. Ook adviseert de reclassering de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en het toezicht.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wil meewerken aan de geadviseerde voorwaarden.
Strafmodaliteit en strafmaat
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en het strafblad van de verdachte, een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd. De rechtbank houdt echter rekening met het op deugdelijke en inzichtelijke wijze tot stand gekomen advies van de psycholoog. De parafiele stoornis was volgens de psycholoog aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. Gelet hierop, het feit dat de verdachte in het vonnis van 12 november 2020 verminderd toerekeningsvatbaar is verklaard vanwege zijn autismespectrumstoornis en de gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogen en omdat er geen aanwijzingen zijn dat deze stoornissen bij de verdachte in de afgelopen periode zijn verminderd, zal de rechtbank de verdachte het bewezen verklaarde feit in verminderde mate toerekenen.
Gelet op het hiervoor genoemde en de straffen zoals die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, acht de rechtbank, in afwijking van de strafeis van de officier van justitie, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijftien maanden passend en geboden. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal hierop in mindering worden gebracht.