Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] (Georgië), eiser
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Wat vinden eiser en verweerder in beroep?
Verweerder heeft ten onrechte niet de Beleidsregel 2018 toegepast in het primaire besluit. De Beleidsregel 2018 maakt het niet bij voorbaat onmogelijk een PSC af te geven als iemand tijdens de hele beoordelingsperiode in het buitenland heeft verbleven. Verweerder had op grond van de Beleidsregel 2018 nader onderzoek moeten doen om op een andere manier belangrijke gegevens te verzamelen. Nu dit is nagelaten, is het besluit onzorgvuldig tot stand gekomen. Verweerder had in het uiterste geval toepassing moeten geven aan artikel 4:84 van de Awb, vanwege de bijzondere omstandigheden van eiser.
6.4. Zoals verweerder in het bestreden besluit terecht heeft gesteld, was ten tijde van het primaire besluit de Beleidsregel 2018 van toepassing en niet de Beleidsregel beoordelingsperiodes en onvoldoende gegevens veiligheidsonderzoeken die verweerder in het primaire besluit heeft toegepast. De rechtbank is echter met verweerder van oordeel dat de toepassing van Beleidsregel 2018 in het geval van eiser niet tot een andere conclusie had kunnen leiden en overweegt hiertoe het volgende.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 178,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-.
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
4. Het veiligheidsonderzoek omvat het instellen van een onderzoek naar gegevens die uit het oogpunt van de nationale veiligheid of de veiligheid of andere gewichtige belangen van de verzoekende mogendheid of volkenrechtelijke organisatie van belang zijn. Hierbij wordt uitsluitend gelet op:
a. justitiële en strafvorderlijke gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en gegevens als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES alsmede van gegevens als bedoeld in de Wet politiegegevens en van gegevens verwerkt in het kader van de uitvoering van de politietaak op Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
b. gegevens betreffende deelneming of steunverlening aan activiteiten die de nationale veiligheid en van de verzoekende mogendheid of volkenrechtelijke organisatie kunnen schaden;
c. gegevens betreffende lidmaatschap van of steunverlening aan organisaties die doeleinden nastreven, dan wel ter verwezenlijking van hun doeleinden middelen hanteren, die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde;
d. gegevens betreffende overige persoonlijke gedragingen en omstandigheden die in verband met het doel van het verzoek van belang kunnen zijn.
[…]
a. de betrokkene en/of diens partner direct voorafgaande aan het veiligheidsonderzoek gedurende de in artikel 2 bedoelde beoordelingsperiode buiten Nederland heeft verbleven; en
b. het voor de AIVD dan wel de MIVD niet mogelijk is over de ontbrekende periode voldoende gegevens over de betrokkene en/of diens partner te verkrijgen, wegens het ontbreken van een daartoe geëigende samenwerkingsrelatie met de collegadienst van het land of de landen waar de betrokkene en/of diens partner heeft verbleven.
a. de bestemming(en);
b. of het verblijf of de verblijven verband houden met studie, stage of werk in het buitenland;
c.de duur en de frequentie van het verblijf of de verblijven;
d.de kwetsbaarheid van de specifieke functie.