ECLI:NL:RBDHA:2021:9536
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit dat door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser is opgelegd. Het terugkeerbesluit, dat op 26 november 2020 is genomen, gaf eiser een vertrektermijn van 28 dagen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij ten onrechte een terugkeerbesluit is opgelegd. Eiser stelt dat de bewijslast bij verweerder ligt en dat er geen rekening is gehouden met de COVID-19 maatregelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onrechtmatig in Nederland verblijft en dat er geen omstandigheden zijn die het terugkeerbesluit onterecht maken. Eiser heeft verklaard dat zijn familie in Colombia woont en dat hij geen verblijfsrecht in een andere EU-lidstaat heeft. Ook heeft hij geen gezondheidsproblemen en verwacht hij geen problemen bij terugkeer naar Colombia. De rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij vanwege COVID-19 niet kan terugkeren.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat het terugkeerbesluit op goede gronden is opgelegd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.