ECLI:NL:RBDHA:2021:9359
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning en inreisverbod wegens veelvuldige veroordelingen en belangenafweging onder artikel 8 EVRM
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een man van Marokkaanse nationaliteit, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft sinds 11 oktober 1978 een verblijfsvergunning, maar deze is ingetrokken door verweerder vanwege bijna 100 veroordelingen voor misdrijven met gevangenisstraffen van drie jaar of meer. Daarnaast is er een inreisverbod van tien jaar opgelegd. De rechtbank oordeelt dat verweerder in het bestreden besluit niet alle relevante feiten en omstandigheden in de belangenafweging heeft betrokken, met name niet de verslaving van eiser en het gebrek aan ondersteuning. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en dat verweerder binnen acht weken een nieuw besluit moet nemen, waarbij de belangen van eiser beter in kaart moeten worden gebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een aanzienlijk strafblad heeft, met meer dan honderd veroordelingen, waaronder voor ernstige misdrijven zoals diefstal en opiumdelicten. Eiser heeft echter ook aangevoerd dat zijn verslaving aan drugs de oorzaak is van zijn criminele gedrag en dat hij onvoldoende hulp heeft gekregen om hiervan te herstellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom deze omstandigheden niet zwaarder wegen in de belangenafweging. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuwe belangenafweging te maken, waarbij ook de medische klachten van eiser in overweging moeten worden genomen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gevraagde voorlopige voorziening om de uitzetting te verbieden niet meer aan de orde is, nu het beroep gegrond is verklaard. De proceskosten van eiser worden vergoed door verweerder. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.