ECLI:NL:RBDHA:2021:9177

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
C/09/21/83 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling en beoordeling van goede trouw van de verzoekster

Op 21 juli 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een verzoekster tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De verzoekster, geboren in 1973 in Suriname, heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster in 2016 voor het eerst op de hoogte raakte van een vordering, die zij betwistte. In een eerdere procedure in december 2019 is zij door de rechtbank in het ongelijk gesteld, waarna zij een betalingsregeling is aangegaan die zij heeft nagekomen. Een eenmalige misverstand leidde tot het uitblijven van nakoming, waarna de bank loonbeslag heeft gelegd. De rechtbank oordeelt dat, gezien deze omstandigheden, de verzoekster niet te kwader trouw is bij het onbetaald laten van de schuld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de wet geen ruimte biedt voor het horen van betrokken crediteuren bij de behandeling van het verzoek om toelating tot de WSNP. Het bezwaar van ABNAMRO Hypotheken Groep B.V. is dan ook ter kennisgeving aangenomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoekster voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, aangezien de schuldenlast voornamelijk bestaat uit een schuld die langer dan vijf jaar geleden is ontstaan, en dat de verzoekster te goeder trouw is geweest in de afgelopen vijf jaar. De rechtbank heeft de toepassing van de WSNP uitgesproken en alle gelegde beslagen komen te vervallen. De rechtbank heeft mr. R.G.C. Veneman benoemd tot rechter-commissaris en de bewindvoerder opgedragen om de post van de verzoekster in te zien gedurende de komende dertien maanden. De verzoekster moet zich houden aan de verplichtingen van de WSNP om in aanmerking te komen voor een 'schone lei'.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies – enkelvoudige kamer
insolventienummer: C/09/21/[00] R
Vonnis van 21 juli 2021
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode en woonplaats],
verzoekster.

1.De beslissing

- De rechtbank spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit over:
[verzoekster]
geboren op [geboortedatum]1973 te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende te [adres, postcode en woonplaats],
- De rechtbank stelt vast dat alle gelegde beslagen komen te vervallen.
- De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. R.G.C. Veneman,
en tot bewindvoerder: C.J. van der Linden (Van der Linden c.s. B.V.),
Postbus 187
3330 AD Zwijndrecht;
- De rechtbank draagt de bewindvoerder op om de komende dertien maanden de post van verzoekster in te zien.
  • De rechtbank bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
  • zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
  • als er genoeg geld op de boedelrekening staat.

2.Procesverloop

- De verzoekster heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
- De verzoekster is uitgenodigd voor de zitting op 20 juli 2021. Bij die uitnodiging heeft verzoekster ook het WSNP-informatieboekje gekregen.
- Op 20 juli 2021 (en op 19 juli 2021 per fax) heeft de rechtbank een bezwaar tegen het verzoekschrift ontvangen, namens ABNAMRO Hypotheken Groep B.V. ingediend door [Z].
  • Op de zitting zijn verschenen:
  • verzoekster;
  • [A] (budgetbeheerder),
  • [B] (schuldhulpverlener);

3.Beoordeling van het verzoek

Ten aanzien van het ingediende bezwaar
De wet biedt, bij de behandeling van een verzoek om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, geen ruimte voor het horen van betrokken crediteuren. Het bezwaar is dan ook ter kennisgeving aangenomen.
Ten aanzien van het verzoek
De verzoekster kan alleen in de WSNP komen als verzoekster te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van de schulden. De rechtbank kijkt vooral naar schulden die in de afgelopen vijf jaar zijn ontstaan. De schuldenlast van verzoekster bestaat uit één schuld die is ontstaan in 2010, dus langer dan vijf jaar geleden. De vraag of deze schuld te goeder trouw is ontstaan, is – gelet hierop – niet van belang.
Dat is anders voor wat betreft de vraag of verzoekster ook ten aanzien van het onbetaald laten van de vordering de afgelopen vijf jaren te goeder trouw is geweest. Ten aanzien hiervan overweegt de rechtbank als volgt. Verzoekster heeft gemotiveerd betoogd waarom zij, nadat zij eerst in 2016 van het bestaan van deze vordering op de hoogte raakte, haar aansprakelijkheid daarvoor heeft betwist. Verzoekster heeft in dit verband een procedure gevoerd waarbij zij in december 2019 door de rechtbank Utrecht in het ongelijk is gesteld. Direct hierna is verzoekster een betalingsregeling overeengekomen, die zij is nagekomen. Toen nakoming door een misverstand aan de zijde van verzoekster eenmalig uitbleef, is namens de bank direct loonbeslag gelegd. Tegen deze achtergrond kan, naar het oordeel van de rechtbank, niet worden gezegd dat verzoekster niet te goeder trouw is bij het onbetaald laten van de schuld.
De verzoekster voldoet daarmee aan alle eisen om in aanmerking te komen voor de WSNP en zal dan ook worden toegelaten.
De verzoekster moet zich houden aan alle verplichtingen van de WSNP, alleen dan kan de WSNP eindigen met de zogenoemde “schone lei”. De verplichtingen staan in het WSNP-informatieboekje.
Deze beslissing is genomen door mr. R.G.C. Veneman, rechter, en uitgesproken op 21 juli 2021 in tegenwoordigheid van A.F. Mooijman, griffier.