Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[geboortedag 1] 1997. Gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag verweerder er in beginsel van uitgaan dat de leeftijdsregistratie in Spanje zorgvuldig heeft plaatsgevonden, zodat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat de in Spanje geregistreerde geboortedatum onjuist is. [2] De rechtbank overweegt dat eiser daarin niet is geslaagd. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser pas in beroep heeft aangevoerd dat hij minderjarig is, terwijl hij in het gehoor bij de politie en in het aanmeldgehoor heeft verklaard dat hij is geboren in 1997. [3] Daarnaast heeft hij in het aanmeldgehoor verklaard dat in zijn familieboekje de geboortedatum [geboortedag 2] 1997 staat, maar dat zijn echte geboortedatum [geboortedag 1] 1997 is. [4] Het overgelegde afschrift van de individuele civiele registratie in Syrië, leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot een ander oordeel. Daarover heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het een kopie betreft en het onduidelijk is op basis van welke gegevens het is opgesteld. Ook is het niet duidelijk hoe eiser aan het document is gekomen. Bovendien is het document niet in overeenstemming met wat eiser zelf in procedure over zijn geboortedatum heeft verklaard.
mr. F.E.J. Valk, griffier.