ECLI:NL:RBDHA:2021:9061
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens Zuid-Afrika als veilig derde land
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een man van Bengalese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft deze aanvraag op 18 juni 2021 niet-ontvankelijk verklaard, omdat Zuid-Afrika als veilig derde land wordt aangemerkt. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 12 juli 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft aangevoerd dat hij niet opnieuw tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten, onderbouwd met een e-mail van de Zuid-Afrikaanse ambassade. In deze e-mail staat dat hij geen status of verblijfsdocument heeft om Zuid-Afrika binnen te komen en dat er een onderzoek loopt naar een frauduleus grensoverschrijdingsdocument. Verweerder heeft echter gesteld dat Zuid-Afrika als veilig derde land kan worden beschouwd en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet opnieuw tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat hij niet meer tot Zuid-Afrika kan worden toegelaten. De rechtbank heeft de e-mail van de ambassade als onvoldoende duidelijk beoordeeld en heeft geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet opnieuw een verblijfsvergunning kan verkrijgen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de aanvraag terecht niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter J. Schaaf en griffier F.E.J. Valk, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.