ECLI:NL:RBDHA:2021:9061

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
18 augustus 2021
Zaaknummer
NL21.10113
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens Zuid-Afrika als veilig derde land

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een man van Bengalese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft deze aanvraag op 18 juni 2021 niet-ontvankelijk verklaard, omdat Zuid-Afrika als veilig derde land wordt aangemerkt. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 12 juli 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft aangevoerd dat hij niet opnieuw tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten, onderbouwd met een e-mail van de Zuid-Afrikaanse ambassade. In deze e-mail staat dat hij geen status of verblijfsdocument heeft om Zuid-Afrika binnen te komen en dat er een onderzoek loopt naar een frauduleus grensoverschrijdingsdocument. Verweerder heeft echter gesteld dat Zuid-Afrika als veilig derde land kan worden beschouwd en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet opnieuw tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten.

De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat hij niet meer tot Zuid-Afrika kan worden toegelaten. De rechtbank heeft de e-mail van de ambassade als onvoldoende duidelijk beoordeeld en heeft geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet opnieuw een verblijfsvergunning kan verkrijgen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de aanvraag terecht niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door rechter J. Schaaf en griffier F.E.J. Valk, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.10113

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A. Hanna),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. van der Zijde).

ProcesverloopBij besluit van 18 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 12 juli 2021 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen P. Ghosh. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1993 en van Bengalese nationaliteit te zijn.
2. Verweerder heeft eisers asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard omdat Zuid-Afrika voor hem als veilig derde land wordt beschouwd. Volgens verweerder heeft eiser een band met Zuid-Afrika omdat hij daar gedurende twee jaar heeft gewoond en gewerkt en in bezit is geweest van een tijdelijke vergunning tot verblijf.
Wat vinden eiser en verweerder in beroep?
3. Eiser voert aan dat hij niet opnieuw zal worden toegelaten tot Zuid-Afrika. Hij heeft een email van de Zuid-Afrikaanse ambassade overgelegd waarin staat dat hij geen status of verblijfsdocument heeft waarmee hij Zuid-Afrika kan binnenkomen. Ook staat daarin dat hij in bezit is geweest van een frauduleus grensoverschrijdingsdocument wat nog door de Zuid-Afrikaanse autoriteiten wordt onderzocht. Verder staat in de email dat hij op de ‘V-list’ zal worden geregistreerd en dat de ambassade nog in afwachting is van een vingerafdruk verificatie.
4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat Zuid-Afrika als veilig derde land voor eiser kan worden aangemerkt. Niet is gebleken dat eiser niet opnieuw tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten. De email van de ambassade is onvoldoende duidelijk voor een ander oordeel.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Eiser heeft verzocht de zienswijze als letterlijk herhaald en ingelast te beschouwen. Verweerder heeft in het bestreden besluit op die zienswijze gereageerd. Voor zover eiser in beroep niet heeft aangegeven waarom de reactie van verweerder tekortschiet, kan de beroepsgrond reeds hierom niet slagen.
6. De rechtbank overweegt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet (meer) tot Zuid-Afrika wordt toegelaten. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser eerder tot Zuid-Afrika is toegelaten, dat hij daar twee jaar heeft verbleven en in het bezit is geweest van tijdelijke verblijfsvergunningen. De rechtbank ziet in de overgelegde email onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat eiser niet opnieuw tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten en daar asiel kan aanvragen. Uit de email van de ambassade volgt weliswaar dat hij op dit moment niet in bezit is van een status of verblijfsvergunning waarmee hij zal worden toegelaten, maar hieruit volgt niet dat hij dit niet opnieuw zou kunnen verkrijgen. Eiser heeft zijn stelling dat hij niet in bezit zal worden gesteld van een laissez-passer niet onderbouwd. Ook staat in de email niet dat hij vanwege het valse paspoort niet meer tot Zuid-Afrika wordt toegelaten, zoals ter zitting door eiser is betoogd.
7. De rechtbank ziet geen aanleiding om de zaak aan te houden in afwachting van nadere informatie van de Zuid-Afrikaanse ambassade. De rechtbank overweegt dat de email van de ambassade en de toelichting van eiser onvoldoende concreet zijn om de zaak voor aan te houden. Ter zitting is gebleken dat het niet duidelijk is of eiser überhaupt in het bezit is geweest van een vals paspoort. Bovendien heeft eiser op geen enkele manier duidelijk kunnen maken wat de consequenties kunnen zijn van het gebruik van een vals paspoort of wat de betekenis is van een eventuele registratie op de ‘V-list’. Verder is het evenmin duidelijk welk onderzoek verricht moet worden, door wie dat onderzoek wordt uitgevoerd, hoe lang dat zal duren en welke betekenis dit kan hebben voor het antwoord op de vraag of eiser tot Zuid-Afrika zal worden toegelaten. Ook heeft eiser niet duidelijk gemaakt wat de vingerafdruk verificatie inhoudt.
8. Gelet op het voorgaande komt eiser niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
9. De aanvraag is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, rechter, in aanwezigheid vanmr. F.E.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.