ECLI:NL:RBDHA:2021:9029

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 augustus 2021
Publicatiedatum
18 augustus 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 4363
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot plaatsing in de functie van Operationeel Specialist C bij de politie

Op 20 augustus 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een medewerker van de politie, en de korpschef van de politie. Eiser had een verzoek ingediend voor plaatsing in de functie van Operationeel Specialist C in het team Beredenen, maar dit verzoek werd afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat eiser niet aan de eis voldeed van drie jaar ononderbroken uitoefening van de geambieerde functie. Eiser had in verschillende functies gewerkt, maar de rechtbank oordeelde dat de referteperiode doorbroken was door zijn overstap naar een andere functie binnen een ander organisatieonderdeel. Hierdoor had hij de geambieerde functie slechts twee jaar en vijf maanden uitgeoefend, wat niet voldeed aan de vereiste termijn.

Eiser voerde aan dat hij in beide teams dezelfde werkzaamheden had verricht en dat hij in totaal vier jaar en negen maanden de functie van Operationeel Specialist C had uitgeoefend. De rechtbank oordeelde echter dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat eiser niet voldeed aan de driejaarseis. De rechtbank bevestigde dat de afwijzing van het verzoek om plaatsing in de functie van Operationeel Specialist C terecht was, en dat het verzoek om plaatsing in de functie bij Kabinet en Protocol buiten de reikwijdte van het geschil viel.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 augustus 2021, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/4363

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 augustus 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. C. Pol),
en

de korpschef van de politie, verweerder

(gemachtigde: mr. L. Stové)

Procesverloop

Bij besluit van 22 november 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers verzoek tot plaatsing in de functie van Operationeel Specialist C in het team Beredenen (de geambieerde functie) afgewezen.
Bij besluit van 1 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft aanvullende stukken ingediend.
De zitting was op 4 augustus 2021 via een Skypeverbinding. Eiser en zijn gemachtigde waren aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is na de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nationale Politie (LNFP) geplaatst in de functie van Operationeel Expert GGP in het team Beredenen. Hij is van januari 2013 tot en met december 2014 en van januari 2015 tot november 2015 tijdelijk tewerk gesteld in de functie van Operationeel Specialist C in het team Beredenen. Vervolgens heeft eiser van november 2015 tot en met december 2016 de overstap gemaakt naar de functie van Operationeel Specialist C in het team Kabinet en Protocol. Vanaf januari 2017 tot en met september 2017 heeft eiser de functie van Operationeel Specialist C in het team Beredenen waargenomen.
2. Op 20 augustus 2017 heeft eiser een verzoek ingediend tot plaatsing in de LNFP-functie van Operationeel Specialist C in het team Beredenen.
Wat vinden eiser en verweerder in beroep?
3. Verweerder heeft het verzoek van eiser afgewezen, omdat hij niet drie jaar ononderbroken de geambieerde functie heeft uitgeoefend. Ook is de situatie niet zo bijzonder dat sprake is van hardheid. Verweerder zal niet ingaan op het verzoek van eiser voor zover dit ziet op de plaatsing in de functie Operationeel Specialist C in het team Kabinet en Protocol. Dit is namelijk een nieuw verzoek dat buiten de reikwijdte van het geschil valt.
4. Eiser voert aan dat hij in beide teams dezelfde feitelijke werkzaamheden heeft verricht. Hij heeft de functie van Operationeel Specialist C dan ook vier jaar en negen maanden ononderbroken uitgeoefend. Hiermee is ruimschoots aan de drie jarentermijn voldaan. Voor zover eiser hierin niet wordt gevolgd, moet er toepassing worden gegeven aan de hardheidsclausule. Hij heeft de geambieerde functie namelijk, van januari 2013 tot november 2015, een periode van twee jaar en tien maanden uitgeoefend. Op twee maanden na wordt de driejaarseis niet gehaald. Een weigering tot plaatsing zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard nu wel aan de overige voorwaarden tot plaatsing wordt voldaan
.
Wat zijn de regels?
5.De Notitie tijdelijke tewerkstellingen in fase 2 van 20 september 2016 (de Notitie) en de Aanvulling werkinstructie inzake Tijdelijke tewerkstellingen in de periode tot 1 juli 2016 van 7 december 2016 (Aanvulling) vormen een uitwerking van de in artikel 55v van het Besluit algemene rechtspositie politie (het Barp) neergelegde hardheidsclausule voor die situaties dat een medewerker gedurende fase 1 van de reorganisatie (dus tot juli 2016) gedurende een periode van drie jaar tijdelijk was tewerkgesteld in een andere functie. Om in aanmerking te komen voor plaatsing op de gewenste functie moet aan vier cumulatieve criteria worden voldaan:
- De medewerker moet de door hem gevraagde LFNP-functie gedurende minimaal drie jaar voorafgaand aan 1 juli 2016 ononderbroken uit hebben geoefend. De vraag of de gewenste functie daadwerkelijk is uitgevoerd moet worden beantwoord aan de hand van de niveaubepalende elementen van die functie. Noodzakelijk is dat vastgesteld wordt dat door het uitoefenen van de tijdelijke werkzaamheden in overwegende mate is voldaan aan de niveaubepalende elementen van de andere functie. Deze zijn omschreven in het onderdeel “kern van de functie van de betreffende LFNP-functie”;
- De tewerkstelling moet schriftelijk worden onderbouwd door de medewerker;
- De gewenste functie moet zijn ingericht in de nieuwe formatie. Er moet dus sprake zijn van werkzaamheden die vanuit het bedrijfsvoeringsbelang ook na de reorganisatie worden gecontinueerd;
- Het functioneren van de medewerker moet voldoende zijn.
In aanvulling hierop biedt de Werkinstructie Tijdelijke tewerkstelling/waarneming langer dan 3 jaar na 1 juli 2016 van 4 april 2017 (de Werkinstructie) de mogelijkheid tot plaatsing in de gewenste functie voor gevallen waarin de periode van drie jaar ononderbroken uitoefenen van een andere functie wordt bereikt na 1 juli 2016, maar voor 1 juli 2017.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. Het geschil betreft in de kern de vraag of er aanleiding bestaat om eiser te plaatsen in de door hem geambieerde functie. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de referteperiode (vanaf 1 juli 2013 en vóór 1 juli 2017) gedurende een ononderbroken periode van drie jaar de geambieerde functie heeft uitgeoefend. Anders dan eiser stelt wordt de referteperiode doorbroken door de uitstap naar de functie Operationeel Specialist C in het team Kabinet en Protocol, omdat het een functie betreft binnen een ander organisatieonderdeel. Gelet hierop heeft eiser de geambieerde functie voor twee jaar en vijf maanden uitgeoefend in juli 2013 tot november 2015. In 2017 heeft eiser de functie slechts negen maanden uitgeoefend. Hiermee wordt niet voldaan aan de driejaarseis en is een verdergaand onderzoek naar het niveau van de door eiser uitgeoefende werkzaamheden niet aan de orde. De door eiser overgelegde verklaringen in beroep leiden niet tot een ander oordeel. Ter zitting heeft verweerder te kennen gegeven dat de hardheidsclausule wordt toegepast in gevallen waar net niet wordt voldaan aan de driejaarseis, maar wel wordt voldaan aan de overige voorwaarden uit de Notitie, de Aanvulling en de Werkinstructie. Nu hier in dit geval geen sprake van is, heeft verweerder mogen weigeren om toepassing te geven aan de in artikel 55v van het Barp neergelegde hardheidsclausule.
7. Ten aanzien van het verzoek te worden geplaatst in de de functie van Operationeel Specialist C bij Kabinet en Protocol volgt de rechtbank verweerder dat het verzoek buiten de reikwijdte van het geschil valt. Verweerder heeft opgemerkt dat eiser deze niet verrichte op de datum van aanvraag, de functie geen drie jaar verricht en dat de functie niet terugkomt in de organisatie.
8. Het beroep is ongegrond.
9.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Abdolbaghai, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.