Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 mei 2020 met producties 1-12,
- de conclusie van antwoord van 15 juli 2020 met producties 1-4,
- het tussenvonnis van 10 februari 2021 tot uitlaten voortprocederen in verband met de COVID-19 maatregelen, waarna partijen hebben gekozen om schriftelijk voort te procederen;
- de rolbeschikking van 10 maart 2021 tot schriftelijk voortprocederen,
- de schriftelijke toelichting van de Gemeente van 19 mei 2021 met productie 13,
- de schriftelijke toelichting van [gedaagde] van 19 mei 2021 met producties 5 en 6,
- de akte uitlaten producties van de Gemeente van 2 juni 2021.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
primaireen verklaring voor recht dat zij eigenaar is van de strook, en veroordeling van [gedaagde] om – kort gezegd – de strook te ontruimen en ontruimd te houden, op straffe van een dwangsom van € 1.000 per dag met een maximum van € 50.000 en met machtiging van de Gemeente om deze veroordeling zo nodig met de sterke arm te realiseren.
4.De beoordeling
922,00(2,0 punten × tarief € 461,00)