ECLI:NL:RBDHA:2021:9020
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse man op basis van onvoldoende bewijs van vervolging
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse man, eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, op grond van het besluit van 5 maart 2021. Eiser had aangevoerd dat hij in Nigeria was aangesloten bij de criminele organisatie Black Axe en dat hij vreesde voor vervolging door zowel deze organisatie als de rivaliserende bende Eiye. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de zitting van 23 maart 2021, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de verweerder door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de verweerder de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser, zijn betrokkenheid bij Black Axe, en een publicatie in de krant en op de website Crimewatch geloofwaardig achtte. Echter, de rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk te vrezen heeft voor leden van Eiye of Black Axe, noch dat hij niet kan terugkeren naar Nigeria. De rechtbank wijst erop dat eiser in het verleden zonder problemen in Nigeria heeft gewoond en dat hij niet heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk gevaar loopt bij terugkeer. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor asielverlening op basis van het traumatabeleid.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de Staatssecretaris terecht was. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.