ECLI:NL:RBDHA:2021:8983
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling en afwijzing machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 juli 2021 uitspraak gedaan over de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2021, en de afwijzing van een verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing. Het verzoek tot ondertoezichtstelling was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van een melding van ernstig letsel bij de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een fysiek onveilige situatie is, maar dat er ook veel beschermende factoren zijn, zoals de betrokkenheid van de ouders en grootouders. De ouders hebben verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing, stellende dat het letsel van de minderjarige mogelijk bij de geboorte is ontstaan en dat er geen bewijs is dat de ouders een gevaar vormen voor het kind.
De kinderrechter heeft de situatie beoordeeld en geconcludeerd dat het noodzakelijk is om de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen, maar dat er onvoldoende gronden zijn voor een uithuisplaatsing. De ouders zijn bereid om samen te werken met hulpverleners en er zijn voldoende betrokkenen die de situatie kunnen monitoren. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.